Leren en werken in het mbo

Het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) biedt opleidingen aan in diverse richtingen en op verschillende niveaus. Verder heb je de keuze uit twee leerwegen: één waarbij je vooral op school de fijne kneepjes van het vak leert (bol) en één waarbij je werkt en daarnaast een dag in de week naar school gaat (bbl).

Vier sectoren

Op het mbo kun je kiezen uit verschillende opleidingen verdeeld over vier sectoren:

  • Zorg en welzijn
  • Techniek 
  • Economie 
  • Landbouw

De opleidingen in de sectoren Zorg en Welzijn, Techniek en Economie worden gegeven door Regionale Opleidingscentra (roc’s). Soms bieden ze ook agrarische opleidingen aan, maar meestal vallen deze onder de hoede van Agrarische Opleidingscentra (aoc’s). Daarnaast zijn er vakscholen die opleidingen verzorgen in één specialistische sector. Voorbeelden van zulke instellingen zijn de grafische lycea, de Leidse instrumentmakers School (LiS) en het Hout- en Meubileringscollege.

Vier niveaus

Er zijn vier niveaus in het mbo. Hoe hoger het niveau, hoe moeilijker de opleiding. De duur van de opleidingen loopt uiteen van een half jaar tot vier jaar. Soms kun je de opleiding sneller afronden, bijvoorbeeld wanneer je in het bezit bent van een Ervaringscertificaat Je krijgt dan vrijstelling voor bepaalde vakken of modules.

Niveau 1: assistentenopleiding

  • Duur: een half jaar tot een jaar.
  • Toelatingseisen: je hebt geen diploma nodig.
  • Inhoud: je leert eenvoudig uitvoerend werk te doen waarbij iemand anders je helpt.
  • Voorbeelden van opleidingen: AKA-opleiding (arbeidsmarktgekwalificeerd assistent) met verschillende uitstroomrichtingen, bijvoorbeeld zorg en welzijn en economie en handel. 

Niveau 2: basisberoepsopleiding

  • Duur: twee tot drie jaar.
  • Toelatingseisen: een vmbo-diploma basisberoepsgericht of een mbo-1-diploma. Soms geldt een drempelloze instroom, namelijk wanneer er geen verwante niveau 1 opleiding bestaat. Je moet dan minimaal 16 jaar zijn.
  • Inhoud: je leert praktisch uitvoerend werk te doen.
  • Voorbeelden van opleidingen: Beveiliger, Assistent-politiemedewerker.

Niveau 3: vakopleiding

  • Duur: twee tot vier jaar.
  • Toelatingseisen: een vmbo-diploma kader, gemengd of theoretisch, een overgangsbewijs van havo/vwo 3 naar havo/vwo 4 of een mbo-2-diploma.
  • Inhoud: je leert om zelfstandig uitvoerend werk te doen.
  • Voorbeelden van opleidingen: Coördinator beveiliging, Allround laborant.

Niveau 4: middenkader- of specialistenopleiding

  • Duur: drie tot vier jaar voor de middenkaderopleiding en een tot twee jaar voor de specialistenopleiding.
  • Toelatingseisen: een vmbo-diploma theoretisch, gemengd of kaderberoepsgericht, een overgangsbewijs van havo/vwo 3 naar havo/vwo 4 of een mbo-3-diploma.
  • Inhoud: je leert specialistische uitvoerende taken zelfstandig uit te voeren, bent breed inzetbaar en draagt verantwoordelijkheid voor de dagelijkse gang van zaken.
  • Voorbeelden van opleidingen: Analist en Onderwijsassistent.

Vanaf het mbo-2-diploma spreekt de overheid van een startkwalificatie. Dat wil zeggen dat je met dit diploma op zak een volwaardige baan kunt vinden op de arbeidsmarkt.

Heb je een mbo-4-diploma, dan kun je doorstromen naar het hbo. Hbo-opleidingen kun je op verschillende manieren volgen: voltijd, deeltijd en duaal. Vind je vier jaar studeren te lang, dan kun je kiezen voor een Associate degree (Ad). Het onderwijs aan het hbo verschilt erg van het onderwijs aan het mbo. Veel mbo’ers hebben moeite met het hogere taal- en rekenniveau en de grotere mate van zelfstandigheid. Wil je van het mbo naar het hbo, ga dan goed bij jezelf na of het hbo wel bij je past. Praat erover met anderen die de overstap hebben gemaakt, bezoek open dagen en ga een dagje proefstuderen. Wanneer je goed weet waar je aan begint, ga je sneller en soepeler door het hbo.

Twee leerwegen

Het middelbaar beroepsonderwijs heeft twee verschillende leerwegen of leerroutes, één met veel praktijk en één met minder praktijk.

  • Beroepsopleidende leerweg (bol). Je leert vooral op school. Werkervaring doe je op tijdens stages. Afhankelijk van de branche waar je stage loopt, ontvang je hiervoor een vergoeding. Wanneer je een bol-opleiding volgt, krijg je studiefinanciering en een persoonlijke OV-chipkaart met studentenreisproduct (week- of weekendabonnement).
  • Beroepsbegeleidende leerweg (bbl). Wanneer je een bbl-opleiding volgt, werk je vier dagen in de week (minimaal 24 uur per week) bij een erkend leerbedrijf en ga je meestal één dag of twee avonden in de week naar school voor de theorie. Voor het werk dat je verricht ontvang je salaris. Je kunt alleen een bbl-opleiding volgen als je een arbeidsovereenkomst hebt met een bedrijf of instelling. Meestal moet je hiervoor solliciteren. Volg je een bbl-opleiding, dan heb je geen recht op studiefinanciering en een persoonlijke ov-chipkaart.

Let op: sommige mbo-opleidingen kun je alleen in de bbl-variant of bol-variant volgen.

Aanbevolen boeken

  • In de Keuzegids mbo-studies vind je alle erkende mbo-opleidingen op een rijtje. De opleidingen worden per categorie met elkaar vergeleken en gerangschikt op kwaliteit. Ook vind je een verklarende woordenlijst met daarin termen die vaak binnen het mbo voorkomen.

Aanbevolen website

  • Kies mbo geeft informatie over alle beroepen op mbo-niveau. Je vindt op deze website filmpjes en beroepsbeschrijvingen, maar ook informatie over de arbeidsmarkt.
  • Wat is een ROC? - mbostart.nl
    Roc staat voor regionaal opleidingscentrum. Er zijn ongeveer 50 roc's. Deze bieden opleidingen op mbo-niveau (middelbaar beroepsonderwijs) aan.

Auteur: Marieke van Oosterhout

Je bent hier: Home Opleiding Leren en werken in het mbo