Logopedist

Een logopedist helpt mensen die spraak-, stem- of slikproblemen hebben. Maar je werkt ook voor mensen met een taal- of gehoorstoornis. Ook mensen die veel met hun stem werken, zoals radiopresentatoren, leraren of mensen die veel moeten spreken in het openbaar, kunnen terecht bij een logopedist. Daar leren ze optimaal hun stem gebruiken en zorgvuldig articuleren.

Wat doet een logopedist?

Logopediste Anja Nienhuis vindt het vak leuk: "Logopedist zijn betekent heel direct werken. Op het moment dat je met iemand bezig bent, zie je meteen wat effect heeft en wat niet. Je zoekt naar wat werkt bij die persoon. Na een tijdje zie je mensen echt vooruitgaan, door jouw behandeling.
Het een-op-een-contact met mensen vind ik prettig. Je ziet iedereen een half uurtje en dan maak je het samen leuk. Je geeft mensen een moment van exclusieve aandacht. Iedereen is weer anders, en een bepaalde stoornis (uitspraakproblemen, afasie, etc.)  heeft bij iedereen weer zijn eigen vorm. Daar ga je dan in de behandeling mee aan de gang.
Ook het zorg verlenen vind ik fijn. Je doet iets voor iemand wat voor diegene het leven beter maakt. Ik vind dat heel bevredigend."

Wie denkt dat een logopedist alleen maar kinderen behandelt die stotteren of slissen, heeft het mis. Als logopedist heb je te maken met mensen die alle mogelijke spraak-, taal- en zelfs slikproblemen hebben.

  • Je helpt mensen bij het (weer) zo goed mogelijk leren verstaanbaar spreken (dat geldt bijvoorbeeld voor patiënten die hun stembanden moeten missen).
  • Je leert mensen die niet meer goed op woorden kunnen komen door middel van geheugen- en hulpstrategieën hoe ze zo goed mogelijk met hun omgeving kunnen communiceren.
  • Ook dove en slechthorende mensen behoren tot je cliënten, die je helpt met articulatie en stemvolume.
  • Er zijn kinderen met aangeboren taalstoornissen, die je ondersteunt in hun taalontwikkeling door woordspelletjes en oefeningen in het maken van goede zinnen.
  • En wat dacht je van docenten die na vijf uur lesgeven helemaal schor naar huis gaan? Ook die hebben baat bij het advies van een logopedist.

Het werk is uitdagend en soms ook moeilijk en spannend. Een spraakprobleem staat immers vaak niet op zichzelf en is dikwijls een onderdeel van veel meer problemen. Denk maar aan meervoudig gehandicapten, mensen die een hersenbloeding hebben gehad, of kinderen met gedrags- en leerproblemen.

Waar werk je als logopedist?

Als logopedist ben je vaak verbonden aan een zorginstelling, bijvoorbeeld een revalidatiecentrum of een instelling voor gehandicapten. Daar maak je dan deel uit van een multidisciplinair team en overleg je met verpleegkundigen, artsen en andere paramedici over de beste aanpak voor een cliënt.

Werk je graag met kinderen, dan kun je terecht op scholen voor gehandicapte kinderen of een medisch kinderdagverblijf. Ook ouderen vormen een belangrijke doelgroep voor logopedisten. Je hebt dan vooral te maken met mensen met afasie, een taalstoornis die het gevolg is van een beroerte. Logopedisten die zich specialiseren in de behandeling van deze mensen zijn vaak verbonden aan een revalidatiecentrum, ziekenhuis of verpleeghuis.

Veel logopedisten voeren een eigen praktijk. De clientèle is vaak heel divers, tenzij je je specialiseert in de behandeling van een bepaalde doelgroep.

Een klein deel van de logopedisten is werkzaam bij toneelopleidingen en/of zangafdelingen van conservatoria.

Wat is je plaats in de organisatie?

Wie je collega's zijn en met wie je samenwerkt is afhankelijk van de plaats waar je werkt. Werk je in een zorginstelling, dan zul je vaak deel uitmaken van een heel team zorgverleners. Je hebt dan regelmatig overleg over het te volgen behandelplan.

Heb je een eigen praktijk, dan ben je eigen baas. Dat betekent dat je behalve het eigenlijke logopediewerk ook veel dingen moet regelen rondom administratie, naamsbekendheid en onderhoud van de praktijkruimte, enzovoort. Soms vormt een aantal logopedisten samen een groepspraktijk.

Welke competenties moet je in huis hebben?

Logopediste Anja Nienhuis vindt het vak behalve leuk, ook moeilijk. "Het werken als logopedist is behoorlijk intensief, je moet altijd alert zijn. Elk half uur een andere patiënt betekent dat je je hoofd er altijd bij moet hebben. Er is geen ruimte voor een middagdipje. Des te meer vin ik het onterecht dat het vak zo slecht betaalt!"

  • Inlevingsvermogen. Mensen komen bij je met allerlei beperkingen. Je moet je kunnen inleven in wat ze wel en niet kunnen.
  • Goed kunnen observeren. Juist omdat veel cliënten zich niet goed kunnen uitdrukken, moet je op andere manieren vaststellen wat er precies aan de hand is.
  • Creativiteit. Iedere persoon is anders, niet alleen door het probleem waar hij of zij mee komt, maar ook door wat iemand wel of niet kan leren en hoe gemotiveerd hij/zij is. Je moet als logopedist creatief zijn in het verzinnen van oplossingen die werken voor ieder individu afzonderlijk.
  • Goede communicatieve vaardigheden. Je moet helder communiceren om mensen te kunnen motiveren. Bovendien heb je vaak te maken met mensen die bijzondere eisen stellen aan je communicatieve vaardigheden. Denk aan jonge kinderen, verstandelijk of fysiek gehandicapten, mensen met hersenaandoeningen of verlammingen. Werk je in een multidisciplinaire omgeving, dan moet je ook verslag kunnen uitbrengen, en behandelplannen en rapportages kunnen schrijven.

Wat onderscheidt een toplogopedist van een gewone logopedist?

Een toplogopedist:

  • is gespecialiseerd. Hij/zij legt zich toe op bepaalde categorieën cliënten (kinderen, ouderen, een bepaalde groep gehandicapten) of bepaalde functiebeperkingen.
  • heeft een uitgebreid scala aan oefeningen, opdrachten en werkvormen en gaat daar creatief mee om. Elke cliënt is weer anders en vraagt om een eigen aanpak. Een goede logopedist weet voor iedere cliënt de juiste aanpak te vinden.
  • kan heel goed motiveren. Mensen gaan over het algemeen niet graag naar logopedie. Ze gaan omdat het moet. De kunst voor een logopedist is cliënten toch te motiveren en ervoor te zorgen dat mensen thuis oefenen. Alleen dan kunnen ze vooruitgang boeken.

Hoe word je logopedist?

Om logopedist te worden moet je een hbo-opleiding Logopedie doen. Je kunt de opleiding bij een aantal hbo-instellingen volgen. Je kunt de opleiding alleen in voltijd doen. Als extra toelatingseis geldt dat je moet slagen voor een stem- en articulatietest.

Wat zijn je carrièremogelijkheden?

  • Je kunt je gaandeweg specialiseren op bepaalde categorieën cliënten (kinderen, ouderen, mensen met een bepaalde handicap).
  • Je kunt ook in meer generalistische functies in de gezondheidszorg terecht, bijvoorbeeld als afdelingshoofd in een zorginstelling. Daarvoor is het verstandig je bij te scholen in een aantal managementvaardigheden.

Er zijn diverse nascholingscursussen op deze terreinen te volgen. Wel is het verstandig eerst de nodige werkervaring op te doen. Eventueel kun je ervoor kiezen als invalkracht op verschillende plekken te werken, zodat je ervaring opdoet in diverse werkomgevingen.

Wil je je theoretisch verder bekwamen in het vakgebied en ben je geïnteresseerd in een aanvullende opleiding, dan kun je onder andere de universitaire master Logopediewetenschap doen.

Welke beroepen lijken erop?

Het beroep van logopedist is nogal specifiek. Er zijn geen beroepen die er echt op lijken. Er zijn wel beroepen waarin je te maken krijgt met dezelfde groep cliënten als de logopedist. Denk bijvoorbeeld aan beroepen als:

  • Psychomotorisch/bewegingstherapeut
  • Spelbegeleider
  • Remedial teacher
  • Gebarentolk

Aanbevolen websites

Auteur: Ysolde Bentvelsen

Je bent hier: Home Beroep Functies in de Gezondheidszorg Paramedisch Logopedist