De Johari-matrix geeft aan hoe goed je jezelf kent hoe anderen jou kennen of denken te kennen.
De vier vlakken geven dan de relatie aan wat dus ook aangeeft hoe goed je jezelf kent hoe goed anderen jou kennen en welke dingen nog onbekend zijn.
Hoe is de opdracht? Ik heb dit wel gehad met een examen maar weet niet hoe de opdracht er uit ziet.
Het tweede klinkt me niet zo bekend in de oren en had ook niet echt zin om de boeken er op los te slaan dus heb het effe voor je gegoogled aangezien ik de uitleg van dit document wel helder vond in de uitleg.
Communiceren met 4 monden en 4 oren (Model van Schulz von Thun).
In elke communicatie tussen mensen spelen vier aspecten een rol:
1- Zakelijke aspect, de inhoud van de boodschap, de “feiten”.
2- Expressieve aspect, informatie over de zender van de boodschap.
3- Relationele aspect, informatie over hoe de zender tegenover de ontvanger staat, wat hij van hem vindt.
4- Appellerende aspect, de invloed die de zender wil uitoefenen op de ontvanger.
Deze aspecten zijn in communicatie tussen mensen altijd aanwezig!
Veel communicatieproblemen ontstaan doordat mensen zich niet bewust zijn van de invloed van deze aspecten. Eenzelfde boodschap kan in andere omstandigheden, met een andere intonatie, totaal anders uitgelegd worden! Of de zender geeft een totaal andere uitleg dan de ontvanger, al of niet bewust.
Voorbeeld:
Man zegt tegen vrouw: “dat verkeerslicht staat op groen”. Daarmee zegt hij, afhankelijk van de intonatie:
Zakelijk: Als je een beetje gas geeft halen we het groene licht.
Expressief: Ik heb haast.
Relationeel: Jij kunt niet rijden.
Apellerend: Geef eens gas!
Aandachtspunten bij de 4 aspecten:
Zakelijk.
Zakelijk wil zeggen het doorgeven van feiten en argumenten gericht op een zakelijk doel, en vrij van gevoelens en onderliggende bedoelingen. Dus geen: gelijk willen hebben, wraak willen nemen, een hak willen zetten, etc.
De begrijpelijkheid wordt bevorderd door: eenvoud (gewone woorden, korte zinnen), bondigheid (hierbij oppassen dat je niet te kortaf wordt, dat werkt ook niet) en aantrekkelijk formuleren.
Expressief.
De informatie die naar voren komt over de zender zelf. Je zegt altijd iets over jezelf. De ontvanger beoordeelt je op wat hij ziet en hoort. Soms proberen mensen om zelfexpressie te vermijden (bijvoorbeeld als ze onzeker zijn) door dure woorden te gebruiken, door stil te zijn of geen oogcontact te maken. Meestal wordt het doel van het gesprek dan niet bereikt, er ontstaat geen band met je gesprekspartner en uiteindelijk ga je er zelf aan ten onder. Wat je met woorden probeert te verbergen, verraadt je lichaam immers.
Relationeel.
Bij het relationele aspect gaat het om hoe de zender tegenover de ontvanger staat, wat hij van hem vindt.
Hoeveel waardering of juist minachting blijkt uit de boodschap en hoeveel sturing of ruimte wordt er gegeven. Als de communicatie op relatieniveau niet goed zit, dan heeft het eigenlijk geen zin om door te praten. Een zin die begint met: "Ik begrijp niet hoe je....", betekent eigenlijk: "ik vind jou stom". De zin: "Ik heb toch duidelijk gezegd dat ..." betekent eigenlijk: "jij hebt natuurlijk niet zitten luisteren".
Als een gesprek relationeel uit de hand loopt, stel de relatie dan aan de orde door bijvoorbeeld te zeggen: "Hoe komt het dat wij zo kattig op elkaar reageren?" of: "Ik vind de manier waarop we praten niet prettig..." .
Appellerend.
Dit aspect gaat over de invloed die de zender wil uitoefenen op de ontvanger.
Je zegt: "wat smaakte die taart heerlijk" en bedoelt: "geef mij nog maar een stukje". Je zegt: "ik vraag me af of we niet eens naar de teamsamenstelling moeten kijken" en bedoelt: "haal Piet toch uit het team”. Je zegt”: "draait er vanavond nog een leuke film?" en bedoelt: "ik wil vanavond met je naar de film". Als zender en ontvanger elkaar niet goed aanvoelen of geen open communicatie hebben, ontstaat er een raadspel om de juiste bedoelingen te achterhalen en dan gaat het vaak fout.
Een zender is zich vaak onvoldoende bewust van het appèl dat hij doet op de ontvanger.
Voor de zender is het belangrijk om te weten wat hij wil, dit duidelijk naar voren te brengen en de ontvanger de ruimte te geven om nee te zeggen.
Voor de ontvanger is het belangrijk om, als het appèl onduidelijk is, dit aan de orde te stellen: “begrijp ik hieruit dat jij wilt dat ik….”? Het kan ook directer: “wat verwacht je nu van me?”.
Hoop dat ik je een beetje heb kunnen helpen.
|