“Vroeger” was de elevator pitch iets voor ondernemers/ZZP-ers, maar tegenwoordig leren werkzoekenden ook te pitchen. Dus in het kort iets over zichzelf te vertellen en daarbij antwoord te geven op onderstaande vragen:
1. Wie ben ik.
2. Wat kan ik.
3. Wat wil ik/wat zoek ik.
De beste pitch geef je, als je weet wie je gesprekspartner is. Dan kun je je pitch zo brengen dat hij ook interessant is voor de ander. Een pitch is dus geen standaard verhaaltje, maar een verhaaltje dat je op je gesprekspartner kunt afstemmen, zonder daarbij jezelf kwijt te raken.
Probeer daarom eerst je gesprekspartner in te schatten, door hem vragen te stellen en te onderzoeken wie hij is. Hierdoor leer je de ander al wat kennen en door de manier van vragen stellen, samenvatten en doorvragen laat je ook al wat van jezelf zien.
Je pitch is goed als de ander in zijn eigen woorden kan samenvatten wat je hebt verteld en dat dit overeenkomt met de werkelijkheid.
Een goede pitch ontwikkeld zich door te oefenen. Bezoek daarom netwerkbijeenkomsten, zoals de Open Coffee, maar oefen ook op verjaardagen, tijdens het sporten, enz. Er zijn genoeg mogelijkheden om met mensen in contact te komen, als je daar bewust naar kijkt.
Veel oefenplezier en laat even weten hoe het gaat