Da's paragraaf 5.11.3 Werkwoorden. Staat erin.
Tegenwoordige tijd, ik-vorm, is stam zonder t. Ik loop. Ik doe. Ik zie. Ik vind (want het is
vinden).
Tegenwoordige tijd, jij- of zhij-vorm is stam + t. Jij loopt. Hij doet. Jij ziet. Jij vindt. Zij verandert.
Verleden tijd is met een d, tenzij het een onregelmatig werkwoord is (liep, deed, zag, vond). Zij veranderde.
En de voltooid verleden tijd is met een d. Hij is veranderd. Tenzij de stam van het werkwoord eindigt op een medeklinker uit 't kofschip. Hij heeft gefietst. Maar dat staat verder in paragraaf 5.11.3
Het is een boek, geen website. Het is niet het goedkoopste boek geloof ik, maar wel het beste. Zoiets koop je één keer voor je hele leven.
Veel schrijvers, waaronder die van het Carrièretijger-team, gebruiken het als 2e naslagwerk naast de Grote Van Dale. Verder heb je nauwelijks naslagwerken nodig. Verder heb ik nog wat boekjes over schrijfstijl enzo, maar die zijn niet zo handig doorzoekbaar, waardoor je ze in de praktijk niet vaak gebruikt.
Maar eh... zeg... heb je je schoolboeken Nederlands nog?