Leraar lichamelijke opvoeding

Kinderen met plezier verantwoord laten bewegen, daar draait het om in de functie van leraar lichamelijke opvoeding (gymleraar). Je geeft sportles aan groepen die in leeftijd variëren van vier tot en met twintig jaar. Tevens kun je als mentor leerlingen begeleiden of managementtaken uitvoeren binnen de school.

Wat doet een leraar lichamelijke opvoeding?

  • Samen met de andere gymleraren - de vakgroep – maak je aan het begin van het jaar een vakwerkplan waarin je vastlegt wat je leerlingen dat schooljaar op sportgebied gaan leren en wanneer. Het gaat dan niet alleen om de gymlessen, maar ook om naschoolse sporten, zoals de jaarlijkse sportdag of een voetbalclinic met een professional als gastspeler.
  • Je bereidt je lessen voor, voert deze uit en evalueert ze.
  • Begeleiding van leerlingen. Tijdens de les help en stimuleer je je leerlingen bij het uitvoeren van oefeningen. Je legt ze de spelregels uit en houdt in de gaten of ze zich er ook aan houden. Maar je doet meer dan ze alleen bewegingen aanleren, je maakt ze ook enthousiast voor sport..

Waar werk je als leraar lichamelijke opvoeding?

Als leraar lichamelijke opvoeding ben je veelal werkzaam in het basis- of voortgezet onderwijs, maar je kunt ook aan de slag bij het sportcentrum van een hogeschool of universiteit.

Wat is je plaats in de organisatie?

Samen met je collega’s van de vakwerkgroep stel je aan het begin van het jaar een vakwerkplan op waarin je vastlegt wat de leerlingen dat schooljaar op sportgebied gaan leren en wanneer. Je geeft veelal in je eentje les aan een groep leerlingen. Soms word je bijgestaan door een stagiair die het vak onder de knie moet krijgen.

Jan van Grotel, leraar lichamelijke opvoeding op het Varendonck-College, een scholengemeenschap voor vmbo, havo, vwo en gymnasium:
Na de havo ben ik begonnen aan de Lerarenopleiding Lichamelijke Opvoeding aan Fontys Hogescholen. Tijdens mijn studie kon ik als stagiair aan de slag op het Varendonck-College, de school waar ikzelf als tiener op had gezeten. Na mijn stage kreeg ik een baan aangeboden als docent Lichamelijke Opvoeding. Inmiddels werk ik er al negen jaar en het bevalt me nog steeds heel erg goed.”

Welke competenties moet je in huis hebben?

  • Sportief. Je moet sportief zijn aangelegd: ook in je vrije tijd beweeg je graag en veel.
  • Inlevingsvermogen. Om je leerlingen te helpen bij het verleggen van hun grenzen is het belangrijk dat je je goed in hen kunt inleven. Alleen dan kun je inspelen op hun mogelijkheden en interesses en zorg je ervoor dat ze plezier beleven aan de sportieve activiteiten die je organiseert.
  • Creativiteit. Niet iedereen vindt sporten leuk. Je hebt een flinke dosis creativiteit nodig om activiteiten te bedenken die alle leerlingen motiveren en in beweging brengen, ook de minder sportieve.
  • Organisatietalent. Je moet goed kunnen organiseren, orde houden en duidelijke afspraken maken met een klas, zodat de leerlingen weten wat er kan en mag tijdens een les.
  • Flexibiliteit. Je krijgt te maken met veel verschillende soorten leerlingen en situaties. Vaak lopen de lessen anders dan je hebt gepland. Je hebt bijvoorbeeld een buitenles voorbereid, maar ineens regent het pijpenstelen of er komen maar twintig leerlingen opdagen, terwijl je uitging van de gebruikelijke dertig. In zulke situaties moet je in staat zijn ter plekke je les daarop aan te passen.
  • Zelfstandigheid. Sta je eenmaal voor de klas, dan ben je vanaf dat moment de enige autoriteit. Als leerkracht wordt er dan ook van je verwacht dat je zelfstandig lessen kunt voorbereiden en geven. Bovendien moet je ideeën aandragen voor de invulling van de lessen en de organisatie van schoolbrede sportevenementen, zoals de jaarlijkse sportdag.
  • Verantwoordelijkheid. Tijdens de lessen ben je verantwoordelijk voor de gang van zaken. Dit houdt ook in dat je toeziet op de veiligheid van de leerlingen. Je legt bijvoorbeeld matten onder de ringen of ondersteunt een leerling bij het bokspringen.

Hoe word je leraar lichamelijke opvoeding?

De Lerarenopleiding Lichamelijke Opvoeding is een vierjarige hbo-studie en leidt je op tot eerstegraads sportdocent. Deze graad stelt je in staat om leraar te worden bij verschillende instellingen: van basisschool tot en met universiteit, inclusief het speciaal onderwijs. Heb je een diploma van een verwante mbo-opleiding, bijvoorbeeld van het Centraal Instituut Opleiding Sportleiders, beter bekend als het CIOS, dan kun je in drie jaar de Lerarenopleiding Lichamelijke Opvoeding afronden. Je start dan namelijk in het tweede leerjaar.

Jan van Grotel:
“In de negen jaar dat ik nu werkzaam ben op het Varendonck-College heb ik veel cursussen gevolgd en heb ik ook in de Mezeggenschapsraad (MR) gezeten. Verder organiseer ik een aantal buitenschoolse activiteiten, zoals de jaarlijkse Varendonck-dag, de skireis en de excursie voor de vierdejaars.”

Welke beroepen lijken erop?

Aanbevolen website

Auteur: Marieke van Oosterhout
Je bent hier: Home Beroep Onderwijs Leraar lichamelijke opvoeding