Hbo-opleiding Psychomotorische Therapie en Beweginsgagogie

In de hbo-opleiding Psychomotorische Therapie en Bewegingsagogie (BPT) leer je hoe je sport en lichaams- en bewegingsactiviteiten kunt inzetten in de behandeling van mensen met een geestelijke en/of lichamelijke beperking en bij mensen met psychosociale problemen. Alleen de Christelijke Hogeschool Windesheim in Zwolle biedt deze opleiding aan.

Wat kun je ermee worden?

De opleiding Psychomotorische Therapie en Bewegingsagogie leidt je op voor het beroep van bewegingsagoog en beginnend psychomotorisch therapeut in de gezondheidszorg. Als bewegingsagoog help je mensen met lichamelijke, verstandelijke of psychische beperkingen vertrouwd te raken met sport. Als psychomotorisch therapeut help je mensen met psychische problemen om te gaan met hun klachten of deze te verminderen. Je maakt daarbij gebruik van lichaams- en bewegingsactiviteiten. Bij lichaamsgeoriënteerde activiteiten gaat het bijvoorbeeld om ademhalings- en ontspanningsoefeningen, bij bewegingsgeoriënteerde activiteiten kun je denken aan spelvormen zoals volleybal.

Wat is je kans op een baan?

Het werkveld van de bewegingsagoog/psychomotorisch therapeut is erg uitgebreid. Je kunt gaan werken in instellingen met lichamelijk en/of geestelijk gehandicapten, in psychiatrische ziekenhuizen, revalidatiecentra en instellingen voor tbs'ers. Je kunt dit in loondienst doen, maar ook als zelfstandige met een eigen praktijk. Je baankansen zijn gunstig, want de vraag naar bewegingsagogen/psychomotorisch therapeuten is groter dan het aanbod.

Wat zijn de belangrijkste competenties?

  • Motorische vaardigheden: je beweegt zelf graag en goed. Dat heb je nodig om je cliënten tot bewegen te stimuleren. Je hebt genoeg kracht, lenigheid en behendigheid om oefeningen voor te doen.
  • Je moet zowel zelfstandig als in een team kunnen werken: je werkt zelfstandig met groepen of individuen. Daarnaast heb je regelmatig overleg met andere hulpverleners zoals psychiaters, psychologen, creatief therapeuten of sociotherapeuten.
  • Inlevingsvermogen: je bedenkt oefeningen die passen bij de problematiek van je cliënt. Je moet hiervoor creatief zijn, goed kunnen observeren, analyseren en luisteren.
  • Motiveren: het doen van oefeningen is voor je cliënten niet altijd even leuk, je moet hen dan ook weten te motiveren en stimuleren. Daarvoor moet je goed kunnen uitleggen wat ze precies bij een bepaalde oefening moeten doen en waarom ze dat zo moeten doen.
  • Sociale vaardigheden: je moet goed kunnen omgaan met moeilijk of afwijkend gedrag van mensen; je moet bovendien creatief en inventief op situaties kunnen inspelen.

Hoe lang duurt de opleiding?

Je kun de opleiding in voltijd en deeltijd volgen. De duur van beide varianten is vier jaar. Als je een passende mbo-opleiding (niveau 4) hebt voltooid, zoals de opleiding Sport en Bewegen, in het bezit bent van een hbo- of universitaire propedeuse of een hbo- of universitaire studie hebt afgerond, dan kun je in aanmerking komen voor een verkort studietraject van drie jaar.

Wat doe je tijdens de opleiding?

Het eerste jaar van de opleiding - de propedeuse - volg je samen met studenten van andere opleidingen die opleiden tot bewegingsdeskundige, zoals Lichamelijke Opvoeding en Sport & Bewegen. Naast theoretische vakken als methodiek en didactiek, anatomie en fysiologie, psychologie en pedagogiek, volg je ook activiteitenpractica. Turnen, volleybal, atletiek en zwemmen zijn enkele voorbeelden. Daarnaast maak je kennis met het werkveld door enkele korte stages (snuffelstages). In de hoofdfase van de opleiding - het tweede tot en met het vierde jaar - ga je dieper in op de stof. Je leert hoe je de bewegingsproblemen van cliënten observeert en analyseert en hoe je een behandelplan opstelt, uitvoert en evalueert. Ook loop je in diverse instellingen stage om inzicht te krijgen in de problemen, beperkingen en mogelijkheden van gehandicapten en psychiatrisch patiënten. In het vierde jaar sluit je de studie af met een verdiepende stage en een scriptie.

Thijs Post, derdejaarsstudent Psychomotorische Therapie en Bewegingsagogie:

“De combinatie van sport en het sociale aspect spreekt mij erg aan en maakt de opleiding erg interessant. Wel moet je rekening houden op wat voor niveau van sport je bezig bent. De nadruk ligt bij BPT namelijk meer op het sociale aspect en bij de Lerarenopleiding Lichamelijke Opvoeding meer op het sportieve vlak.”

Bron: website Hogeschool Windesheim.

Welke toelatingseisen zijn er?

Je wordt tot de voltijdopleiding toegelaten als je in het bezit bent van een mbo-4-, havo- of vwo-diploma. Voor je aan de opleiding kunt beginnen, doe je een vaardigheidstest en onderga je een medische keuring. Doorsta je beide testen, dan ben je er nog niet. Voor de opleiding geldt namelijk een numerus fixus. Dat betekent dat via een selectieprocedure een beperkt aantal studenten wordt toegelaten.

Je wordt tot de deeltijdopleiding toegelaten na het succesvol afronden van een assessment. Dit assessment bestaat uit een intakegesprek, het maken van een casusbeschrijving en een capaciteitstest. Wanneer je niet over een verwant diploma beschikt, kan het assessment ook een bewegingstoets bevatten.

Hoe kom je erachter of de opleiding bij je past?

  • Ben je sportief?
  • Ben je gefascineerd door het menselijk lichaam? Werk je graag met mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking of sociaal-emotionele problemen?
  • Wil je een bijdrage leveren aan het psychisch, sociaal en lichamelijk welzijn van deze mensen?
  • Kun je goed analyseren?
  • Weet jij anderen te motiveren?
  • Kun je je goed inleven in anderen?
  • Kun je zelfstandig werken, maar ben je ook een teamplayer?

Kun je de meeste vragen met ‘ja’ beantwoorden, dan is de opleiding Psychomotorische Therapie en Bewegingsagogie wellicht iets voor jou.

Welke hbo-opleidingen lijken erop?

Aanbevolen websites

Auteur: Marieke van Oosterhout

Je bent hier: Home Opleiding Studies in Gezondheid, Sport en Bewegen Hbo-opleiding Psychomotorische Therapie en Beweginsgagogie