Hbo-opleiding Nederlandse Filmacademie

De Nederlandse Filmacademie, onderdeel van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (AHK) leidt je op voor alle sleutelfuncties in het filmvak. De Nederlandse Filmacademie kent acht studierichtingen:

Attributen op de filmset
  • Scenario
  • Regie (fictie en documentaire)
  • Productie
  • Camera/licht
  • Production design
  • Sound design
  • Montage 
  • Interactieve media/visual effects

In vier jaar tijd leer je niet alleen alle technische en vakinhoudelijke aspecten van het filmvak kennen, maar ontwikkel je je ook op creatief en artistiek gebied. De Filmacademie ziet het als haar verantwoordelijkheid om de artistieke kwaliteit van film, televisie en interactieve multimediaproducties te bevorderen en stelt dan ook hoge eisen aan haar studenten. De Nederlandse Filmacademie biedt alleen voltijdstudies aan.

Gert Wiersema, vierdejaars student geluid:

"Tijdens mijn middelbare school was ik al bezig met geluid: ik verzorgde de mixage van theatershows en muziekoptredens. Ik wilde per se aan de Nederlandse Filmacademie studeren omdat ik daar mijn hobby kon omzetten in een vak met een heus toekomstperspectief. Bij de Filmacademie leer je als geluidsman namelijk niet alleen hoe je een microfoon moet vasthouden, maar ook waarom je ‘m gebruikt. Je leert filmisch een verhaal vertellen."

Wat kun je ermee worden?

In welk beroepenveld je belandt, is afhankelijk van de gekozen studierichting. De Nederlandse Filmacademie leidt onder andere op tot:

  • Artdirector
  • Cameraman/vrouw
  • Editor
  • Geluidsman/vrouw
  • Opnameleider 
  • Productieleider
  • Regisseur
  • Scenarioschrijver/scenarist
  • Setdesigner

Wat is het carrièreperspectief?

De opleiding staat hoog aangeschreven binnen de film- en televisiewereld. Ondanks dat de Filmacademie wordt geprezen om haar vakmanschap, werken net afgestudeerden niet meteen mee aan grote producties. Meestal zijn zij eerst (op freelancebasis) betrokken bij kleinere projecten of vervullen een assistent-functie. Zo gaan regisseurs eerst aan de slag als regieassistent en werken scenarioschrijvers in het begin van hun carrière voor productiehuizen en omroepen, voordat zij als zelfstandige een scenario schrijven. Hoe meer werkervaring je opdoet, hoe gemakkelijker het is om uiteindelijk zelfstandig een productie te maken. Zo is de kans op subsidie van een filmfonds groter wanneer je meer producties op je naam hebt staan. Veel oud-studenten van de Filmacademie lukt het om hun filmwensen te realiseren. Prijswinnende producties zijn vaak het werk van oud-studenten.

Wat zijn de belangrijke competenties?

Over welke competenties je moet beschikken, hangt af van de studierichting die je kiest. De Nederlandse Filmacademie verlangt van haar studenten dat ze in ieder geval goed kunnen:

  • communiceren, het slagen van een film- of televisieproducties is afhankelijk van veel mensen. Zo moet de regieafdeling weten wat de camera- en geluidsmensen doen. Ongeacht welke rol je in een productie vervult, moet je goed kunnen luisteren en overleggen.
  • samenwerken, bij het maken van een film zijn veel verschillende disciplines betrokken: scenario, regie, productie, geluid, camera, enzovoorts. Al deze verschillende afdelingen moeten nauw samenwerken om een productie te realiseren.
  • kritiek ontvangen en geven (feedback), ieder crewlid heeft zijn eigen visie op de productie. Een cameraman kijkt anders tegen een scène aan dan een scenarioschrijver. Als crewlid moet je weten hoe je met kritiek moet omgaan en hoe je samen tot een besluit kunt komen.

Verder moet je een grote interesse hebben voor film en televisie, beschikken over doorzettingsvermogen en verhalen beeldend kunnen vertellen.

Scenariostudenten moeten tevens beschikken over:

  • een goede taal- en schrijfvaardigheid, taal is het belangrijkste gereedschap van een scenarioschrijver.
  • dramaturgische vaardigheden, als scenarioschrijver moet je gebeurtenissen kunnen dramatiseren. Daartoe gebruik je onder andere dialogen en verhaalwendingen. Je moet weten hoe je een verhaal opbouwt, wat de juiste structuur is. 
  • technisch inzicht. Het filmverhaal dat jij schrijft moet wel te realiseren zijn. Daarom is het van belang dat je als scenarioschrijver inzicht hebt in de technische en budgettaire mogelijkheden.
  • zelfstandige werkhouding, als scenarioschrijver werk je grotendeels zelfstandig. Het schrijven van een verhaal doe je alleen. Slechts af en toe bespreek je je vorderingen met de productie- en regieafdeling. Op zo’n moment is het belangrijk dat je goed kunt luisteren en met kritiek overweg kan.  

Rob Arends, studieleider scenario:

"Als scenarist moet je zowel autonoom als dienstbaar zijn: meestal verwezenlijk jij de droom van de regisseur in een scenario. Je moet het talent bezitten om samen te werken, om aan de hand van besprekingen met een student regie en een student productie, een scenario te vervolmaken. Scenarioschrijven is geen ‘glamorous’ vak; als scenarist sta je bij premières niet in de schijnwerpers. Daar staat tegenover dat je als scenarioschrijver onmisbaar bent; zonder scenario is er geen film."

Regiestudenten moeten tevens:

  • Besluitvaardig zijn, als regisseur ben je artistiek eindverantwoordelijk. Jij hebt dus op ieder gebied – van scenario tot aan montage – het laatste woord.
  • Creatief zijn, film maken is een creatief proces waarbij je vaak voor onvoorziene situaties komt te staan. Wat te doen als na hevige regenval de filmlocatie is veranderd in een modderlandschap? Als regisseur moet je creatief zijn in het vinden van oplossingen.
  • Een persoonlijke visie bezitten en eigenheid hebben; ieder onderwerp is al een keer verfilmd. Als regisseur moet je in staat zijn een nieuwe, persoonlijke invalshoek te vinden waardoor je een origineel beeldend verhaal vertelt.

Productiestudenten moeten tevens:

  • Stressbestendig zijn, er wordt van je verwacht dat je binnen een bepaalde hoeveelheid tijd en met een beperkt budget een productie realiseert. Dit terwijl je van veel mensen afhankelijk bent. Tegelijkertijd moet je veel regelen.
  • Organisatorisch vermogen hebben, je bent de hele dag van alles aan het regelen. Je bent doorlopend aan het overleggen en afstemmen. Je hebt mensen en hun medewerking nodig om je doelen te bereiken. Je moet hoofdlijnen in de gaten kunnen houden en snel kunnen beslissen. Wanneer er problemen zijn, moet je die voortvarend kunnen oplossen.
  • Technisch inzicht hebben, je werkt veelal met camera-, licht- en geluidsmensen samen en moet in staat zijn hun vragen en problemen snel te vertalen in praktische oplossingen.
  • Zelfstandig zijn, je bent verantwoordelijk voor een productie en het bewaken van een budget en moet in veel gevallen zelfstandig beslissen of initiatief nemen.

Studenten geluid moeten tevens:

  • technisch inzicht hebben, je moet kunnen omgaan met verschillende soorten geluidsapparatuur en geluidsbewerkingprogramma’s.
  • muzikaal zijn aangelegd, geluiden kunnen analyseren en vormgeven is gemakkelijker wanneer je gehoor is getraind. Veel studenten geluid zijn dan ook muzikaal onderlegd en bespelen een instrument.
  • creatief zijn in het vinden van oplossingen. Wat doe je als op een filmlocatie een zoemende airco niet uit kan?

Hoe lang duurt de opleiding?

Je kunt alleen in voltijd aan de Nederlandse Filmacademie studeren. In vier jaar tijd kun je de opleiding afronden.

Wat doe je tijdens de opleiding?

Al bij je aanmelding aan de Nederlandse Filmacademie moet je aangeven welke studierichting je wilt volgen. Het eerste jaar is echter algemeen van opzet. Slechts één dag per week ben je bezig met je specialisatie. De andere dagen volg je algemeen theoretische vakken over het film- en televisievak en maak je – veelal in groepsverband – kleine producties. Bijvoorbeeld een zelfportret van vier minuten.

In het tweede, derde en vierde jaar ga je je steeds meer richten op je specialisatie. In het tweede jaar volg je nog algemene theorielessen – bijvoorbeeld filmanalyse en cultuurgeschiedenis – en neem je deel aan producties vanuit je gekozen specialisatie. Heb je bijvoorbeeld voor de studierichting camera gekozen, dan fungeer je bij filmproducties als cameraman/vrouw. De producties die je maakt worden groter naarmate de opleiding vordert. In het derde jaar loop je tevens stage

Bij iedere studierichting staan twee aspecten in het onderwijsaanbod centraal: je leert zowel de technische kanten van een vakrichting, als de creatieve. Vooral dat laatste is van groot belang voor je carrière als filmprofessional; met je creatieve kwaliteiten kun je je onderscheiden. De Nederlandse Filmacademie wil dan ook met name de creativiteit van haar studenten ontwikkelen. Iedere studierichting doet dat op een andere manier, zoals je hieronder kunt lezen.

Scenario
Het leren schrijven van persoonlijke, authentieke verhalen staat bij de studierichting scenario centraal. Zo leren studenten hoe ze gebruik kunnen maken van hun eigen gevoelens en ervaringen. In een workshop worden ze bijvoorbeeld stapsgewijs mee teruggenomen naar hun jeugd. De jeugdherinneringen verwerken ze vervolgens in een scenario. Ook het maken van een korte, persoonlijke film staat op het programma. Zo liet een scenariostudent zijn vrienden grafredes schrijven en uitspreken, die waren bestemd voor bij zijn begrafenis. Verder staan het schrijven van een hoorspel (verbeelding in taal en geluid) en een filmische monoloog voor acteurs op het programma.
   
Regie
Bij de studierichting regie speelt het ontwikkelen van een persoonlijke visie een grote rol. Het gaat niet zo zeer om wat, maar hoe iets wordt verteld. Over liefde zijn al vele films gemaakt, geen enkele is echter exact hetzelfde. Dit heeft alles te maken met de persoonlijke visie van de regisseur op een thema als liefde. De door hem gekozen invalshoek en vertelwijze maakt de film origineel. De Nederlandse Filmacademie probeert een dergelijke ontwikkeling van haar regiestudenten te bevorderen door onder andere het geven van workshops. In verschillende workshops moeten regiestudenten de grenzen van het verbeelden opzoeken.

Jelle van Doornik, studieleider regie:

“Het technische proces van film maken – juiste belichting en cameravoering en dergelijke – kan iedereen leren. Slechts weinigen beschikken ook over de gave om een verhaal net even op een andere manier te vertellen. Door onze studenten voortdurend om nieuwe ideeën te vragen, proberen wij die gave te ontwikkelen. Alleen al in het eerste jaar moeten regiestudenten zes à zeven korte films maken. De producties bespreken we uitvoerig.”

Productie
Als student productie ben je, naast de vakken die je met andere studenten volgt, zeer sterk gericht op de management- en organisatieaspecten van het produceren van films en televisie. Je programma bestaat uit intensieve workshops en je leert veel op het gebied van productieleiding, management, distributie, marketing en ondernemingsplan. Als productieleider of producer vorm je het uitvoerende en financiële hart van een productie. De producer organiseert de voor de opname en montage benodigde faciliteiten, materialen en mensen. Je bent daarbij zowel organisator als budget- en tijdsbewaker. Daarom moeten vooral je managementkwaliteiten goed ontwikkeld zijn.

Geluid
Waarom laat je een bepaald geluid horen? Wat voegt het toe aan het verhaal? Het zijn vragen waar studenten geluid voortdurend mee worden geconfronteerd. Tijdens de specialisatie leer je hoe je met geluid een verhaal kunt vertellen. Gevoelens van karakters in een filmverhaal moet je bijvoorbeeld in geluid kunnen uitdrukken. De specialisatie geluid stimuleert je om nieuwe vormen en mogelijkheden te ontdekken.

Gert Wiersema, vierdejaars student geluid:

“Het creatieve aspect van het geluidsvak leer je vooral door veel films kritisch te bekijken. Soms praten we uren over een film van slechts 24 minuten. Je moet vooral leren begrijpen waarom een bepaald geluid is gebruikt. Bij bijvoorbeeld een filmscène op een feestje, kun je juist door middel van geluid duidelijk maken waar de gedachten van de hoofdpersoon naar uit gaan. Stel dat de hoofdpersoon interesse heeft in de twee pratende meisjes aan de andere kant van de bar. In eerste instantie richt je dan de camera op hen. Door het feestkabaal is het echter onmogelijk om hun gesprek te volgen. Wanneer je het feestgeluid isoleert en onnatuurlijk zacht maakt, kun je ze wel horen praten. Op zo’n moment kruip je als het ware in de belevingswereld van de hoofdpersoon en voel je hoe zijn gedachten enkel en alleen naar de twee meisjes uit gaan. Zonder geluid kun je dit aspect van het verhaal niet vertellen. Geluid heeft hier een belangrijke inhoudelijke functie.”

Gert Wiersema werkt in zijn eindexamenjaar aan twee producties: een documentaire en een fictiefilm (horror). Voor de horrorfilm moet hij onder ander op zoek gaan naar het geluid van moordlustige kakkerlakken.

Hoe zwaar is het?

De Nederlandse Filmacademie vraagt veel van haar studenten. Niet alleen krijg je veel informatie te verwerken, ook moet je een flink aantal producties maken. Studeren aan de Nederlandse Filmacademie staat gelijk aan het hebben van een fulltime baan.

Welke toelatingseisen zijn er?

De Nederlandse Filmacademie kent een strenge toelatingsprocedure. Jaarlijks melden zich ongeveer vijfhonderd mensen aan, slechts 75 mogen daadwerkelijk aan de opleiding beginnen. Om voor toelating in aanmerking te komen moet je beschikken over een havo-, vwo-, of een mbo-4-diploma en moet je de Nederlandse taal uitstekend beheersen. Indien je de studierichtingen montage, geluid, camera of interactieve multimedia/visual effects wilt volgen, dan zijn exacte vakken gewenst. Voor de studierichting regie worden de vakken geschiedenis en/of maatschappijleer en moderne talen aanbevolen.
Beschik je niet over een van deze diploma’s, dan kun je eventueel op basis van het ingeleverde materiaal en het toelatingsgesprek toch worden toegelaten. Tevens moet je dan een toelatingstest afleggen waarbij onder andere je kennis van de Nederlandse en Engelse taal wordt getoetst.

Toelatingsprocedure
De procedure richt zich met name op de volgende zaken:

  • Motivatie, je moet duidelijk kunnen verwoorden waarom jij een carrière als filmprofessional wilt.
  • Ervaring, je moet door middel van je ingeleverde werk laten zien dat je al ervaring hebt met het maken van filmproducties. De eisen die aan het ingeleverde werk worden gesteld zijn hoog. De toelatingscommissie verwacht zorgvuldig gemaakte producties. Dus geen homevideo’s van een familiefeest inleveren, als je je aanmeldt voor de richting regie.
  • Kennis, je moet beschikken over goede kennis van de film- en televisiecultuur.
  • Visie, je moet in staat zijn een mening te vormen over hetgeen je ziet, hoort en leest.

Hoe kom je erachter of de opleiding bij je past?

Ervaring leert dat studenten voor aanvang van hun studie al jaren met beeld bezig waren. Veel studenten hebben bijvoorbeeld door middel van fotografie al ervaring met het vertellen van verhalen in beeld. Als je nog niet over eigen werk beschikt, dan is de Nederlandse Filmacademie waarschijnlijk geen geschikte opleiding voor jou. Je kunt onder andere met het filmvak kennismaken door het volgen van de opleiding Oriëntatiejaar Filmacademie en HKU bij Open Studio. 

Wat is het profiel van studenten? 

Studenten kenmerken zich door hun eigenzinnigheid, creativiteit en ambitie. Ze zijn zeer gepassioneerd over het filmvak en willen altijd een unieke productie maken. Vanwege de zwaarte van de opleiding zijn studenten vaak iets ouder – de gemiddelde leeftijd bij aanvang is 22 jaar. Studenten hebben vaak al een andere opleiding gevolgd of beschikken over werkervaring.

Welke hbo-opleidingen lijken er op?

  • De Fotovakschool biedt ook een hbo-opleiding aan die je de fijne kneepjes van het film- en audiovisuele vak bijbrengt. De opleiding heet Film en Audiovisuele Media, maar staat in het Croho onder de naam Toegepaste Fotografie en Beeldcommunicatie.
  • Kunstacademies. Zowel de Gerrit Rietveld Academie als de St. Joost Academie bieden een studierichting film aan. De benamingen van de filmrichtingen bij kunstacademies verschillen per instelling.
  • Media en Entertainment Management. De hbo-opleiding Media en Entertainment Management leidt op tot mediamanager: je leert alles over het gebruik, de functie en de inzet van (massa)media als televisie en radio. Deze opleiding is echter breder dan de Film en Televisie Academie en maakt je ook wegwijs in de wereld van marketing, reclame en internet. Tijdens de opleiding leer je het medialandschap kennen en analyseer je het mediagedrag. De opleiding duurt vier jaar en daarna kun je aan de slag in beroepen als uitvoerend televisie- of filmproducent, maar ook als promotie- of productmanager, mediaconsulent, event manager, multimediamanager, bladmanager of webmanager.
  • Bachelor in Design Audiovisual Media. Deze opleiding, die aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU) wordt gegeven, leidt je op tot specialist op het gebied van videoproductie. Je krijgt inzicht in het totale productieproces en je ontwikkelt vaardigheden en technieken op het gebied van verschillende productiefasen: concept, research, script, productie, technische realisatie en postproductie. De opleiding is niet alleen organisatorisch gericht, maar besteedt ook veel aandacht aan techniek. Met deze opleiding kun je als specialist in productie en regie aan de slag bij omroepen, bij videoproductiebedrijven of als freelancer.
  • Media, Informatie en Communicatie. Deze opleiding aan de Hogeschool van Amsterdam biedt na een algemene propedeuse van één jaar een driejarige specialisatie Redactie & Mediaproductie aan. Ook met deze opleiding kun je in principe het werkveld van televisieproductie binnen komen.

Auteur: Janine Bruinooge & Erik Bouwer

Je bent hier: Home Opleiding Taal, media en communicatie Mediastudies Beeld-opleidingen Hbo-opleiding Nederlandse Filmacademie