Hbo-opleiding Voeding en diëtetiek

De hbo-opleiding Voeding en Diëtetiek is een praktijkgerichte bacheloropleiding. Je leert in de eerste plaats over voeding, maar krijgt ook vakken als psychologie, Engels en voorlichting. Je leert diëten samenstellen, personen en organisaties adviseren over gezonde voeding en mensen begeleiden bij het veranderen van hun voedingsgedrag. Je krijgt theorielessen over de kwaliteit van voeding en het proces van voedingsverzorging.

Wat doe je tijdens de opleiding?

Het eerste jaar (de propedeuse) is een oriëntatiejaar. Je maakt kennis met alle aspecten van het vakgebied. Beroepsvoorbereiding en -oriëntatie staan centraal.

In de hoofdfase (tweede, derde en vierde jaar) staat kennisverbreding en -verdieping centraal. Het vergaren van medische kennis, voedingsdeskundigheid, het geven van voorlichting en het leren omgaan en samenwerken met cliënten en collega's komen aan bod. Je studeert grotendeels zelfstandig, maar werkt daarnaast in projectgroepen aan praktijkopdrachten. Door middel van een stage doe je tijdens de opleiding praktijkervaring op.

Maartje Cuppen, diëtiste bij Victory Camp, een stichting die onder andere zomerkampen voor tieners met overgewicht organiseert, begeleidt regelmatig studenten van de opleiding Voeding en Diëtetiek. "Het is goed dat er in de opleiding zoveel praktijkopdrachten zitten. Dan maak je als student écht kennis met de mensen voor wie je later werkt. Je kunt al echt advies geven of iets nieuws ontwikkelen. Ik begeleidde bijvoorbeeld een groepje studenten die een kookcursus met gezonde voeding voor 8- tot 12-jarigen ontwikkelden."

De belangrijke aspecten van het beroep komen aan de orde aan de hand van een aantal thema's, zoals Voeding en gezondheid. Je leert tijdens de behandeling van dit thema bijvoorbeeld hoe je de voedingsbehoefte kunt bepalen van een topsporter of van een zwangere vrouw. Theorievakken als voedingsleer, fysiologie, psychologie, gezondheidskunde, dieetleer, chemie, communicatie, informatica sluiten aan op de thema's.

In het derde jaar kies je voor een van de twee afstudeerrichtingen: de brede richting Voeding of de paramedische richting Voeding en Diëtetiek. De eerste richting is gericht op voorlichting, productontwikkeling, marketing en onderzoek. De tweede geeft je paramedische bevoegdheid. Deze bevoegdheid heb je nodig als je als diëtist wilt werken in de gezondheidszorg.

Tijdens projecten werk je samen met medestudenten aan praktijkopdrachten. Afhankelijk van de afstudeerrichting volg je stages op paramedisch of voedingskundig gebied. Je laatste stage is een afstudeerstage, die je afsluit met een scriptie.

Wat kun je ermee worden?

Als je klaar bent met de opleiding Voeding en Diëtetiek ben je een volwaardige voedingskundige/diëtist met gevarieerde mogelijkheden op de arbeidsmarkt. Je kunt als diëtist aan de slag, maar ook als voorlichter of adviseur. Je werkterrein is de gezondheidszorg, het bedrijfsleven en overheidsinstellingen. Ook kun je een eigen praktijk beginnen.

Instellingen en organisaties waar je diëtisten en voedingskundigen aantreft zijn:

Grada van Berkum, 4e jaars student: "Omdat veel mensen in mijn familie met allergieën en diëten te kampen hebben, besloot ik de opleiding Voeding en Diëtetiek te gaan doen. Veel stof is herkenbaar. Sommige dingen hebben me echter ook verrast. Bijvoorbeeld dat diabetes niet betekent dat je nooit suiker mag eten, zoals ik vroeger dacht. Mijn stage bij de thuiszorg was ook verrassend. Ik dacht drie maanden in een muf kantoortje in een oud wijkgebouw te zitten, maar dat was gelukkig niet zo. Wat me erg aansprak, was dat je veel menselijk contact hebt. Je kunt tijd nemen voor je cliënten en ze echt helpen. Misschien wil ik hier wel mee verder na mijn afstuderen."
Bron: Hanzehogeschool Groningen.

  • Adviescentra
  • Consumentenbelangenorganisaties
  • Ontwikkelingsorganisaties
  • Productschappen
  • Psychiatrische inrichtingen
  • Sportorganisaties
  • Thuiszorgorganisaties
  • Verpleeghuizen
  • Voedingsmiddelenbedrijven
  • Voorlichtingsbureaus
  • Ziekenhuizen

Wat is het carrièreperspectief?

Maartje Cuppen raadt studenten aan zich al tijdens de studie goed te oriënteren op de mogelijkheden voor daarna. "Er is zoveel mogelijk, vooral als je een beetje ondernemend bent. Als werken in een ziekenhuis je niet speciaal aantrekt, dan zijn er nog heel veel andere werkterreinen. De kunst is om goed om je heen te kijken, en uit te zoeken welke omgeving en welke doelgroep bij je past. Vraag hier en daar of je een dagje mee kunt lopen, dan zie je met eigen ogen of het wat voor je is."

In het beroep van voedingskundige/diëtist kun je je onderscheiden in verschillende rollen:

  • Adviseur
  • Diëtist als behandelaar
  • Manager voeding
  • Ondernemer
  • Onderzoeker
  • Voorlichter

Je werk kan bijvoorbeeld bestaan uit het geven van dieetadviezen aan patiënten, voorlichting op scholen, voedingsadviezen bij sportorganisaties of het opzetten van voedselhulpprogramma's.

Wat zijn de belangrijkste competenties?

  • Inlevingsvermogen. Je houdt rekening met de gevoelens en behoeften van je cliënten. Je laat hen in hun waarde en je verplaatst je in hun positie. De kennis die je hiervoor nodig hebt, doe je op in vakken als sociologie en psychologie.
  • Integriteit. Je oefent je functie adequaat uit en gaat zorgvuldig om met de gegevens van je patiënten of cliënten. Je neemt je verantwoordelijkheden serieus en houdt je aan de geldende regels, bijvoorbeeld aan de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Diëtisten.
  • Communicatief. Naast product- en medische kennis heb je communicatieve vaardigheden nodig om voorlichting te kunnen geven over voeding en om goed te kunnen overleggen met je patiënten, collega's en andere professionals.
  • Innovatief. Je bedenkt hoe je een voedselhulpprogramma kunt opzetten of je ontwikkelt zelf nieuwe voedingsmiddelen. Tijdens de opleiding krijg je vraagstukken of probleemsituaties voorgelegd, waarbij je, alleen of in groepsverband, een antwoord of oplossing bedenkt.
  • Samenwerken. Als diëtist werk je nauw samen met andere professionals. In de gezondheidszorg zijn dat vaak (huis)artsen, verpleegkundigen, inkopers en voedingsassistenten. Kies je voor het bedrijfsleven, dan zul je nauw samenwerken met bijvoorbeeld onderzoekers, productontwikkelaars en marketeers.

Hoe lang duurt de opleiding?

De voltijd opleiding Voeding en Diëtetiek duurt vier jaar. Je kunt ook kiezen voor een zogenaamde compacte opleiding, waarbij je het studieprogramma in een of anderhalve dag per week kunt volgen. De compacte opleiding duurt in principe ook vier jaar, maar kan door de stage van twintig weken uitlopen naar vierenhalf à vijf jaar. Dit is afhankelijk van het al of niet spreiden van de stage. Het studieprogramma is gelijk aan het programma van de voltijd opleiding.

Welke toelatingseisen zijn er?

Je wordt tot de hbo-opleiding Voeding en Diëtetiek toegelaten als je in het bezit bent van een havo-, vwo- of mbo-4-diploma. Heb je een havo- of vwo-diploma, dan kun je met elk profiel instromen.

Heb je niet de juiste vooropleiding en ben je 21 jaar of ouder? Informeer bij de opleiding naar de mogelijkheden. In veel gevallen laten opleidingsinstituten je na een toelatingsgesprek en/of –examen alsnog toe.

Hoe kom je erachter of de opleiding bij je past?

Als je de volgende vragen met "ja" kunt beantwoorden, is deze opleiding voor jou geschikt:

  • Wil je alles weten over gezond voedsel?
  • Wil je weten welke voeding past bij een bepaalde levensstijl?
  • Wil je graag mensen helpen bij het verbeteren van hun gezondheid?
  • Heb je interesse in de biologische en chemische samenstelling van voedsel?
  • Lijkt het je leuk om te rekenen met grammen koolhydraten en vetten?

Welke hbo-opleidingen lijken erop?

Aanbevolen websites

Auteur: Irene Koot

Je bent hier: Home Opleiding Studies in Gezondheid, Sport en Bewegen Hbo-opleiding Voeding en diëtetiek