Leraar voortgezet onderwijs
Als leraar in het voortgezet onderwijs geef je les in een bepaald vakgebied op een school voor vmbo, havo en/of vwo. Naast lesgeven ben je ook coach, bereid je lessen voor, houd je je vak bij, overleg je met collega's, kijk je proefwerken na en praat je met ouders. Je vindt het leuk om kennis te delen, om met jonge mensen te werken en hen te coachen.
Syd Riko, leraar Engels:
"Als leraar zie je meteen resultaat van je werk. Ik zie blije kinderen als de les leuk is en ik zie goede cijfers als ik goed les geef en de kinderen kan stimuleren. Om resultaat te zien hoef ik geen ingewikkeld en langdurig onderzoek te doen. Verder is het werk ontzettend afwisselend. Behalve het lesgeven ga ik bijvoorbeeld naar schoolfeesten en mee op survivaltraining.”
(Bron: www.werkeninhetonderwijs.nl)
Wat doet een leraar voortgezet onderwijs?
1. Lessen voorbereiden
Bij de voorbereiding van de lessen zorg je ervoor dat elke les goed in elkaar steekt en voor de leerlingen interessant is.
2. Lesgeven
Je hoofdtaak bestaat uit het lesgeven aan de klassen die aan jou zijn toegewezen. De inhoud van de les verschilt per klas. Je legt de stof uit, let daarbij op dat je de stof behandelt binnen de beperkte tijd die je hebt, beantwoordt vragen en geeft huiswerk op. Gedurende het schooljaar toets je de stof door middel van proefwerken en overhoringen. Je hebt dan ook veel nakijkwerk, moet rapporten schrijven en toetsgegevens in de administratie verwerken.
3. Coachen en begeleiden
Je coacht en begeleidt de leerlingen bij het opdoen en verwerken van kennis en vaardigheden. Je probeert de leerlingen zo goed mogelijk individueel te begeleiden. Als een leerling moeite heeft met de bepaalde stof, geef je de leerling extra aandacht en begeleiding.
4. Vergaderen met collega’s
Samen met collega’s die hetzelfde vak geven stel je een ‘onderwijsleerplan’ op. Hierin staat wat de leerlingen in een bepaald jaar moeten leren, welke methode en boeken je daarbij gebruikt en hoe vaak en wanneer de lesstof wordt getoetst. Regelmatig evalueer je met je collega’s dit plan en de vorderingen van de leerlingen.
5. Contacten onderhouden met ouders
Tijdens ouderavonden informeer je de ouders over leerresultaten en het gedrag van hun kind.
Waar werk je als leraar voortgezet onderwijs?
Je geeft les aan een school voor voortgezet onderwijs (vmbo, havo en/of vwo). Heb je een tweedegraads lesbevoegdheid, dan kun je lesgeven aan alle leerjaren van het vmbo en de eerste drie leerjaren van havo en vwo. Als je in het bezit bent van een eerstegraads lesbevoegdheid dan kun je lesgeven aan alle leerjaren van het vmbo, havo en vwo.
Wat is je plaats in de organisatie?
Met de volgende mensen werk je op hetzelfde niveau samen, of je geeft hen leiding. Dit is afhankelijk van de grootte en de inrichting van de school.
- Docenten. Zowel docenten die lesgeven in hetzelfde vakgebied als jijzelf, als docenten die een andere specialisatie hebben.
- Klassenassistenten. Zij werken in het speciaal voortgezet onderwijs. Ze verrichten werkzaamheden op het gebied van lichamelijke en mentale verzorging en ontwikkeling. Ze ondersteunen de leerling tijdens het volgen van de lessen.
- Stagiaires. Leerkrachten in opleiding leren van jou het vak. Ze nemen een aantal lessen van je over. Jij begeleidt ze en geeft ze feedback.
- Onderwijsondersteunend personeel. Dit zijn conciërges, administratieve krachten, technische ondersteuners enzovoorts.
- Mediathecaris.
Welke competenties moet je in huis hebben?
1. Goed met mensen om kunnen gaan
Je kunt allereerst goed overweg met je leerlingen. Je bent open en kunt goed naar ze luisteren. Deze laatste eigenschap is ook van belang in het contact met collega’s. Je zorgt ervoor dat jouw werk en dat van je collega’s goed op elkaar is afgestemd. Je draagt daarnaast ook bij aan het goed functioneren van de schoolorganisatie. Ook weet je goed om te gaan met ouders van leerlingen. Je zal soms met ouders moeten overleggen over gedrags- of leerproblemen van hun kinderen en dat kan confronterend zijn.
2. Pedagogische kwaliteiten hebben
Een leraar die pedagogisch sterk is onderlegd, creëert een veilige leeromgeving in zijn lessen. Je geeft duidelijk aan wat de regels zijn op school en in de klas en zorgt ervoor dat leerlingen zich daar consequent aan houden. Je observeert de groep nauwkeurig, anticipeert op lastige situaties en grijpt op tijd in als er bijvoorbeeld een kind ongeoorloofd gedrag vertoont. Je helpt op deze manier kinderen uit te laten groeien tot zelfstandige en verantwoordelijke personen.
3. Vakinhoudelijk en didactisch sterk zijn
Je moet voldoende weten van je vakgebied en je zorgt ervoor dat de leerlingen zich die kennis op een goede manier weten eigen te maken. Je moet dus goede didactische vaardigheden hebben. Je bent verder goed op de hoogte van het onderwijsleerplan, waarin is vastgelegd wat je de leerlingen moet leren. Je kennis en inzichten presenteer je door je goede mondelinge vaardigheden helder en overzichtelijk. Ook kennis van ICT is onontbeerlijk.
4. Organisatorisch sterk zijn
Een leraar die organisatorisch goed onderlegd is, zorgt voor een ordelijke, overzichtelijke en taakgerichte sfeer in zijn lessen. Je kunt een klas goed aansturen en hebt geen problemen om leerlingen aan het werk te krijgen zoals jij dit graag ziet. Ook de organisatie van allerlei schoolzaken en activiteiten gaat je goed af. Het is algemeen bekend dat er in het onderwijs een grote werkdruk bestaat. Daarom is het belangrijk dat je stressbestendig bent.
Hoe word je leraar in het voortgezet onderwijs?
Er wordt in het onderwijs onderscheid gemaakt tussen leraren met een eerstegraads en leraren met een tweedegraads lesbevoegdheid. Met een eerstegraads bevoegdheid kun je op alle niveaus binnen het gehele voortgezet onderwijs lesgeven. Tweedegraads leraren kunnen lesgeven op het vmbo, in de onderbouw van havo en vwo en in de volwasseneneducatie.
Na het afronden van de hbo-lerarenopleiding voortgezet onderwijs heb je een tweedegraads bevoegdheid op zak. Deze hbo-opleiding kun je in voltijd, deeltijd en duaal volgen. Eerstegraads leraar kun je worden met een universitaire lerarenopleiding of een hbo-opleiding voor eerste graad. Voor de laatste moet je meestal al in het bezit zijn van een diploma van een hbo-lerarenopleiding voor tweede graad.
Zij-instromen
Zij-instromers zijn volwassenen die vanuit een andere baan overstappen naar het onderwijs. Met zij-instroom kunnen mensen zonder onderwijsbevoegdheid toch voor de klas staan. Je kunt lesgeven in vakken die aansluiten bij je eigen vakgebied. Ben je werkzaam als accountant, dan kun je bijvoorbeeld leraar Economie worden en als personeelsfunctionaris kun je aan de slag als leraar Omgangskunde. Je moet wel over een hbo- of wo-diploma beschikken en binnen twee jaar je lesbevoegdheid halen. Dit laatste kan via een verkorte hbo-lerarenopleiding of - als je onlangs bent afgestudeerd bij een bacheloropleiding die aansluit bij een schoolvak - via een hbo-kopopleiding van een jaar.
Heb je een mbo-opleiding, dan kun je ook zij-instromen, maar zijn er wel wat beperkingen. Als je een technische mbo-opleiding hebt afgerond, voldoende vakkennis en werkervaring hebt en door de school geschikt wordt bevonden, kun je eventueel direct voor de klas staan. Maar alleen bij een aantal vakken in het vmbo en ook hier geldt dat je binnen twee jaar je lesbevoegdheid moet halen. Je kunt er ook voor kiezen om eerst een lerarenopleiding te doen.
Syd Riko:
“En de leerlingen houden mij bij de tijd. Ik hou erg van muziek en vind het interessant om ook hun ideeën daarover te horen. Maar ook andere dingen die hen bezighouden. In spreekbeurten vraag ik de leerlingen altijd om over een hobby te vertellen. Laatst ging een jongen uitgebreid in op zeilen. Daar weet ik dan ook weer wat van. En natuurlijk leren de kinderen mij hoe ik les moet geven. Als ze niet opletten, is dat voor mij een signaal dat ik het niet goed doe."
(Bron: www.werkeninhetonderwijs.nl)
Wat ga je verdienen?
Als leraar verdien je een aardig salaris. Je functie bepaalt de schaal waarin je terechtkomt. Voor leraren in het voortgezet onderwijs gelden de schalen LB, LC of LD. Als leerkracht in het voortgezet onderwijs is je startsalaris minimaal € 2.242 (schaal LB). Dit kan oplopen tot € 4549,- (schaal LD).
(Bron: www.werkeninhetonderwijs.nl)
Wat zijn je carrièremogelijkheden?
De meeste afgestudeerden vinden snel een baan in het onderwijs. De werkgelegenheid in het onderwijs neemt sterk toe doordat klassen kleiner worden, leraren minder uren per week gaan werken en er veel leraren met pensioen gaan. Er is vooral een grote behoefte aan leraren in de talen en exacte vakken. Na een aantal jaren als leraar is het mogelijk om door te stromen naar een directiefunctie binnen de school. Een werkomgeving buiten het onderwijs is ook mogelijk. De vaardigheden die je ontwikkelt, kun je prima gebruiken in functies waarin je omgaat en communiceert met mensen. Zo kun je gaan werken in de voorlichting, het toerisme, de automatisering of bij de overheid.
Welke beroepen lijken erop?
- Jongerenwerker
- Leraar basisonderwijs
- Leraar lichamelijke opvoeding
Aanbevolen website
- De Rijksoverheid biedt je uitgebreide info over het vak van leraar, schooldirecteur en ondersteunend personeel.
Auteur: Marieke van Oosterhout