Studeren met een functiebeperking

Drie op de tien studenten in het hoger onderwijs heeft een functiebeperking. Onder een functiebeperking valt elke lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis die de studievoortgang vertraagt. Dit kunnen visuele, auditieve en motorische handicaps zijn, stoornissen in taal (dyslexie), rekenen (dyscalculie), informatieverwerking (autisme), aandacht (AD(H)D, spraak, uithoudingsvermogen, geheugen/concentratievermogen en orgaanfuncties, maar ook fobieën, depressies, epilepsie, reuma, ME, chronische RSI en zware migraine.

WGB

Als student van een hogere onderwijsinstelling heb je recht op voorzieningen die doeltreffend zijn en je helpen je opleiding succesvol te doorlopen. Dit is vastgelegd in de Wet Gelijke Behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGB). Deze wet schrijft voor dat een hogeschool of universiteit geen onderscheid mag maken tussen studenten met en zonder functiebeperking bij:

  • toegang tot onderwijs
  • aanbieden van onderwijs
  • afnemen van toetsen
  • afsluiten van onderwijs

In enkele gevallen mag er wel onderscheid worden gemaakt, namelijk in een situatie waarin de risico's voor de veiligheid en gezondheid van degene met de functiebeperking zelf en andere betrokkenen te groot zijn. De WGB kent geen lijst met concrete aanpassingen, maar biedt de ruimte om redelijke voorzieningen te creëren die ervoor zorgen dat de studie ‘studeerbaar’ is voor een student. Deze voorzieningen mogen echter geen onevenredige belasting vormen voor de hogeschool of universiteit.

Voorbeelden van aanpassingen die in de praktijk vaak voorkomen zijn:

  • extra tentamentijd
  • extra begeleiding
  • flexibel rooster
  • aangepast tentamen
  • gebruik van hulpmiddelen

Het gaat bij de voorzieningen dus om ‘anders’ en niet om ‘minder’; de inhoud van de studie blijft gelijk. Je kunt dus niet vragen om vrijstellingen van bepaalde onderdelen van het lesprogramma. Je kunt alleen afstuderen als je alle vakken hebt gevolgd, alle kerncompetenties beheerst en alle studiepunten hebt behaald. Kom je er niet uit met de hogeschool of universiteit, dan is er de Commissie Gelijke Behandeling of de rechter die een uitspraak kan doen. Bij de afweging of voorzieningen getroffen moeten worden, wordt onder meer gekeken naar de noodzakelijke investeringen, de operationele en technische haalbaarheid, de financiële draagkracht van de instelling, en de beschikbare tegemoetkoming. Verder moet er rekening worden gehouden met de mogelijke aantasting van het belang van andere studenten.

Wat te doen als je een functiebeperking hebt?

Voor elke student is het verstandig om goed na te denken over de studiekeuze, maar wanneer je een lichamelijke of psychische beperking hebt, is het extra verstandig om verschillende opleidingen en onderwijsinstellingen kritisch met elkaar te vergelijken. Iedere hbo en universiteit heeft faciliteiten voor studenten met een belemmering, maar er zijn wel degelijk (grote) verschillen. Ga naar open dagen en kijk of er voldoende voorzieningen zijn. Schaam je niet voor je belemmering en praat erover met de deskundigen (studentendecaan, studieadviseur) op de hogeschool of universiteit. Heb je je keuze gemaakt, maak dan voor de start van je studie een afspraak met de studentendecaan. Je kunt al contact met hem of haar opnemen voordat de colleges beginnen. Samen kun je kijken welke aanpassingen mogelijk zijn en indien nodig een aanvraag indienen bij de examencommissie van je opleiding. Zoek en accepteer de ondersteuning die het mogelijk maakt om jouw studiesucces mogelijk te maken en wacht dus niet tot je een probleem tegenkomt of studievertraging oploopt. Neem zelf de regie in je studieloopbaan.

Aanbevolen websites

  • Het expertisecentrum inclusief onderwijs (ECIO) adviseert hbo’s en universiteiten en heeft ook veel informatie op een rijtje gezet. Op hun website vind je brochures over studeren met autisme, dyslexie, psychische beperkingen en dyscalculie.

Auteur: Marieke van Oosterhout

Je bent hier: Home Opleiding Studeren in het hbo Studeren met een functiebeperking