Te weinig motivatie voor je werk

Je zit op kantoor voor je pc en je checkt maar weer eens je e-mail om de taken uit te stellen waar je geen energie voor hebt. Je hebt geen zin meer in koffie en ook geen zin in de collega's die je bij het kopieerapparaat zou kunnen tegenkomen. Niemand vraagt je om advies en jij hebt ook eigenlijk niemand iets te melden. Je vraagt je af wat je hier doet en hoe je hier bent terechtgekomen. Een glazenwasser manoeuvreert zijn karretje voor je raam. Je aandacht dwaalt ongeïnteresseerd af naar zijn manier van zemen ...

Is de volgende situatie dagelijkse realiteit? Kijk dan uit! Een bore-out ligt op de loer. Een bore-out ontstaat door verveling, gebrek aan uitdaging en gebrek aan interesse. Een bore-out is funest voor je zelfvertrouwen.

Transpiratie en inspiratie

Je werk kan natuurlijk niet altijd even spannend zijn en ook voor een leuke baan geldt: negentig procent is transpiratie en tien procent inspiratie. De hoogtepunten zijn in de minderheid en de momenten van verveling zijn talrijker. Dat is ook niet erg, want je kunt lang teren op die hoogtepunten. Het is op zich een gezonde cyclus.

Flow is het heerlijke gevoel van ergens in opgaan en de tijd vergeten. Het is de situatie waarin alles van je vaardigheden gevraagd wordt en waarin je deze ten volle aan het benutten bent. Je krijgt echt energie van wat je doet. Tegenzin en verveling zitten aan het andere uiterste van het spectrum. Dit is het geval als er te weinig of juist te veel van je gevraagd wordt en je weinig van je competenties kunt inzetten. 

Altijd verveeld: een motivatieprobleem

Het probleem ontstaat als de momenten van verveling structureel worden, dat wil zeggen: je bent voortdurend gefrustreerd of verveeld. Je hebt dan een motivatieprobleem. Letterlijk: een probleem om in beweging te komen (motivatie is niet voor niets verwant met het Engelse 'to move').

Voor zover je zelf nog niet weet dat je gedemotiveerd bent, kun je dit herkennen aan de volgende signalen:Carrièretijger is ongemotiveerd voor zijn werk

  • Je maakt meer fouten.
  • Je stelt taken uit.
  • Je haalt deadlines niet.
  • Je komt vaker te laat.
  • Je doet je eigen dingen (bijvoorbeeld internetten) in 'de baas zijn tijd'.
  • Je meldt je vaker ziek en hebt last van rsi-verschijnselen.

Risicofactoren

Een aantal 'risicofactoren' vergroot de kans dat je een motivatieprobleem ontwikkelt. Er zijn grofweg drie categorieën te onderscheiden:

1. Het werk sluit niet aan bij je vaardigheden

  • Het werk is saai en eentonig.
  • Je hebt te weinig verstand van het werk dat je doet, of het werk ligt je niet.
  • Er zijn geen of weinig deadlines waaraan je moet voldoen; er is geen werkdruk.
  • Je hebt te weinig autonomie; je kunt je werk niet naar eigen inzichten inrichten. Dit is een van de voorwaarden voor intrinsieke motivatie.

2. Je krijgt niet voldoende waardering of feedback

  • Het is niet duidelijk aan welke eisen je werk moet voldoen en je krijgt geen goede feedback, of collega's geven je niet de waardering die je werk verdient. Dit is een van de voorwaarden voor extrinsieke motivatie.
  • Je krijgt te weinig betaald in verhouding tot je prestaties.

3. De werkomstandigheden zijn niet geschikt voor jou

  • Je werkt te veel alleen.
  • Je voelt je niet betrokken bij het bedrijf en je collega's.
  • De arbeidsomstandigheden zijn niet goed (er is bijvoorbeeld geluidsoverlast).

Van de bovengenoemde risicofactoren is de belangrijkste misschien wel het gebrek aan waardering. Wanneer je goed werk levert, is het erg frustrerend als je het gevoel hebt dat dit niet wordt opgemerkt.

Een andere heel belangrijke 'demotivator' is een gebrek aan sturing/feedback. Werknemers die aan hun lot worden overgelaten, zullen op den duur de handdoek in de ring gooien. Dit zal gebeuren als je steeds te horen krijgt dat je werk niet goed is, zonder dat het duidelijk is aan welke eisen het dan wel moet voldoen.

Willemijn Harteveldt: "Ik werkte bij een educatieve uitgever, waar ik verantwoordelijk was voor het begeleiden van enkele medewerkers en auteurs. Zij vroegen vaak om feedback en bevestiging dat zij hun werk goed deden. Hierbij wilde ik ze van dienst zijn, maar ik miste hiervoor de vaardigheden. Mijn baas vond dit echter niet mijn taak. Hij verwachtte van auteurs een grotere zelfstandigheid. Hierover verschilden we dus van mening. Uiteindelijk heeft mijn baas voor mij een opleiding onderwijskunde betaald. Dit was voor mij niet alleen een teken van vertrouwen (hij vond het immers waard om in me te investeren), maar ook een erkenning van mijn visie op het uitgeversvak. Dit heeft me enorm gemotiveerd."

Hoe los je een motivatieprobleem op?

Analyseer en kaart aan

Stel vast of je motivatieprobleem te maken heeft met een van de bovengenoemde oorzaken. Vervolgens is het zaak om deze aan te kaarten bij je leidinggevende of andere verantwoordelijke (in het geval van geluidsoverlast bijvoorbeeld de facility manager). Als je baas niet weet wat er aan de hand is, kan hij er ook niets aan doen. Breng je klacht bijvoorbeeld ter sprake tijdens een functioneringsgesprek.

Bedenk dat je leidinggevende weinig kan beginnen met vage klachten. Wees dus proactief en zorg dat je het probleem zelf al geanalyseerd hebt. Stel, je vindt de projecten waaraan je werkt niet motiverend. Waaraan zou dat kunnen liggen? Voldoen deze aan de volgende eisen?

  • Je ziet het nut in van het project. Het is demotiverend om te werken aan een project waarvan je denkt dat de resultaten snel in de prullenbak zullen belanden. Een project dat echter tot verbetering in een organisatie leidt, werkt heel motiverend.
  • De doelstelling is SMART. Dat wil zeggen: specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden.
  • Het project draagt iets bij aan je doelstellingen voor training en persoonlijke ontwikkeling, al dan niet vastgelegd in een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP).

Kortetermijnoplossingen: om over het dode punt heen te komen

Enkele manieren om je over een kortdurende motivatiedip heen te zetten:

  • Ga praten met een collega of iemand buiten je team over het probleem waarmee je worstelt (en waar de collega baat bij heeft als jij het oplost). Door zo'n gesprek word je je bewust dat het een belangrijk en reëel probleem is. Misschien word je zelf ook nog wat wijzer van dit gesprek en voel je je in zekere mate meer verbonden met je collega. Vaak gaat het weer beter lopen als je over dat dode punt heen bent.
  • Word lichamelijk actief. Een wandeling in de middagpauze kan helpen om je systeem een impuls te geven.
  • Stel jezelf een kortetermijndeadline en maak deze openbaar. Als er geen of weinig tijdsdruk is, kun je apathisch (lui) worden. Creëer die tijdsdruk dan zelf. Meld de deadline terloops aan je leidinggevende: "Volgende week vrijdag wil ik dit rapport gereed hebben."

Tot slot: accepteer wat je niet kunt veranderen

Sommige dingen kun je niet veranderen. Misschien geeft je leidinggevende je niet genoeg waardering en zal hij daarin nooit veranderen. Of misschien bestaat een groot deel van je werk uit klussen die onder je niveau liggen. Ben je ondanks dit alles toch tot de conclusie gekomen dat je wilt doorgaan met je werk? Heb je er alles aan gedaan om je motivatieprobleem op te lossen? Dan is vervolgens het moment aangebroken om de kwestie af te sluiten. Zet er een punt achter en probeer niet meer te piekeren of klagen over dingen waarover je geen controle hebt.

Of toch ander werk?

Misschien kom je tot de conclusie dat de situatie 'niet langer houdbaar' is. Je gaat op zoek naar ander werk. Voordat je de advertentiepagina's gaat doorzoeken, is het goed om je eerst opnieuw te oriënteren.

Vraag jezelf af: "Waarom vind ik werk belangrijk?" en "Wat kan ik echt goed en wanneer vergeet ik de tijd?" Denk na over een aantal concrete voorbeelden waarin dat zo was. Kijk daarbij naar deze twee kanten van het werk.

  • Competenties die hierbij kwamen kijken (organiseren, plannen).
  • De onderwerpen (waren die abstract of concreet, met mensen of met gegevens).

Is werken voor een baas onverenigbaar met je karakter? Heb je wel discipline en durf? Misschien is het dan iets voor jou om voor jezelf te beginnen.  

  • De werkomstandigheden (veel vrijheid of veel discipline).
  • Je rol (was je de leider, uitvoerder of teamspeler).
  • Je centrale drijfveer (wilde je iets nieuws maken, anderen helpen of iets anders?).

Affirmaties voor meer motivatie

Als je kiest voor een bepaalde positieve stap in je persoonlijke ontwikkeling, om ander werk te gaan doen of in je huidige werk te groeien, dan kun je met affirmaties je motivatie voor die stap positief beïnvloeden. Voorbeelden:

  • Ik kan iets nieuws leren en mezelf ontwikkelen
  • Ik werk aan een nieuwe toekomst
  • Elke dag kom ik een stap dichterbij mijn droombaan

Aanbevolen website

Aanbevolen boek

  • Harold Verhagen: Kijken naar je zelf, werken aan jezelf. Een verzameling van praktische modellen en hulpmiddelen voor persoonlijke ontwikkeling. Reed Business Information.

Auteur: Erik Weijers

Je bent hier: Home Functioneren Ontwikkelingsvaardigheden Jezelf ontwikkelen Te weinig motivatie voor je werk