Gemotiveerd blijven voor een opleiding
Uit de praktijk blijkt: hoe groter je studiemotivatie, hoe groter je slagingskans in het hbo. Motivatie zegt minstens zoveel over je kansen op succes als je gemiddelde eindexamencijfer. Daarom speelt je motivatie ook een belangrijke rol bij bijvoorbeeld een assessment voor toelating tot een opleiding.
Hoewel veel studenten gemotiveerd beginnen, verliezen ze hun enthousiasme al na een paar maanden. Vaak komt dit doordat het beeld dat ze hadden bij de studie, niet klopt. Het is ook mogelijk dat je jezelf nog niet goed genoeg kent. Oriënteer je daarom eerst goed en zorg dat je de studie begint om de juiste redenen.
Monica van Winkel, studieloopbaanbegeleider en onderzoeker aan de Hogeschool Arnhem Nijmegen, geeft een voorbeeld van een verkeerde studiekeuze: "Soms denk je dat een probleem bij de competenties ligt, maar is het eigenlijk een geschiktheidsprobleem. Ik sprak laatst bijvoorbeeld met een student bij wie de commerciële adviesgesprekken niet wilden lukken. Hij had al een intake voor een training assertiviteit gedaan, maar daar bleek het probleem niet te zitten. Uit een sterkte/zwakte analyse van hbo-competenties bleek dat zijn sociale vaardigheden ook prima waren. De studieloopbaanbegeleider heeft het over een andere boeg gegooid en is begonnen over studie- en beroepsoriëntatie. Wat denken andere mensen dat geschikt is voor jou? Hoe denk je daar zelf over? Uiteindelijk kwam uit het gesprek dat het beroep financieel adviseur toch niet geschikt was voor hem. Hij is de opleiding leraar basisonderwijs gaan doen en met veel plezier en succes."
Je bent van nature gemotiveerd
Henk Ellen, docent milieutechnologie en studieloopbaanbegeleider aan de hogeschool van Hall Larenstein: "Ik heb het idee dat door probleemgestuurd onderwijs studenten meer gemotiveerd zijn. Vroeger ging het zo dat je eerst een stuk theorie kreeg en vier weken later pas wist waarvoor je dit kon gebruiken. Nu is het andersom. De theorie wordt ingezet om een probleem uit de praktijk op te lossen. Daardoor snappen studenten waarom ze de theorie leren. Dat motiveert."
Leren gebeurt spelenderwijs en meestal zonder dat je er direct voor beloond wordt. Je krijgt toch geen geld of studiepunten voor het lezen van dit artikel? En toch ben je aan het leren terwijl je dit doet. Onderwijsexperts vinden dan ook dat een onderwijsinstelling weinig hoeft te doen om de leergierigheid van studenten te verhogen. In plaats daarvan hoeft ze "alleen maar" te voorkomen dat de studiemotivatie niet de kop wordt ingedrukt door een verkeerde studieomgeving.
Wat vermindert je motivatie? En hoe ga je hiermee om?
Meestal is het studeren zelf niet eens zo vervelend. Het zijn juist alle zaken eromheen, de leeromgeving dus, die je als student zo chagrijnig kunnen maken. Sommige kenmerken van deze leeromgeving kun je veranderen, andere staan helaas vast. De sleutel tot de oplossing van elk motivatieprobleem is:
- Je analyseert waar het aan ligt.
- Je gaat de dingen veranderen waarop je invloed hebt.
- Je accepteert wat je niet kunt veranderen. Ga niet de rest van je studie tegen zaken trappen die buiten jouw macht liggen om ze te veranderen. Jouw hogeschool doet waarschijnlijk wat ze kan om een goede studieomgeving te verzorgen, maar kan niet met elke individuele student rekening houden.
Enkele motivatie-verpesters
Albert van Engelenhoven volgt de hbo-opleiding Bedrijfseconomie aan de Hogeschool Zeeland en zit nu in het laatste jaar: "Zelf wist ik al heel vroeg welke studie ik wilde gaan doen. Ik wist gelukkig wat mijn sterke kanten zijn en waar mijn interesses liggen. Dit gold niet voor al mijn klasgenoten: in het eerste opleidingsjaar stopte de helft, omdat ze de verkeerde opleiding gekozen hadden. Wat overbleef was een groep redelijk gemotiveerde studenten. Op momenten dat ik er niet veel zin meer in had, ging ik op zoek naar carrièremogelijkheden voor na mijn studie. Dat geeft echt een enorme impuls aan je motivatie om verder te gaan met je opleiding. Het zwaarst voor mij was het tweede jaar, omdat ik toen nog geen stage in het vooruitzicht had. De eerstvolgende stage stond pas gepland in de tweede helft van het derde jaar."
- Het gevoel dat de studieomgeving los staat van de werkelijkheid. Je maakt een tentamen en dit belandt ergens in een archief waar niemand er wat mee doet. De nieuwe leervormen in het hoger onderwijs proberen dit te vermijden doordat ze de toekomstige werkomgeving nabootsen. In een werkomgeving vinden mensen het namelijk minder moeilijk om aan het werk te gaan dan in een studieomgeving. Vandaar dat in het hbo wordt gewerkt met leervormen als projectonderwijs, beroepsproducten en probleemgestuurd onderwijs.
- De competitie met andere studenten. Dit werkt voor sommige studenten motiverend. Maar er kan er maar één de beste zijn en dus bestaat het gevaar dat de meerderheid zich een verliezer voelt. Voorkom dit door te bedenken dat studie geen wedstrijd is, maar een manier om jezelf te ontwikkelen. Niet de student met de hoogste punten "wint", maar de student die tijdens zijn studie erachter komt wie hij is, wat hij wil bereiken en hiervoor de competenties heeft verworven.
- Het gevoel dat jouw bijdrage er niet toe doet, bijvoorbeeld in een projectgroep. Dit kan gebeuren als je groep te groot is en je opdracht niet zwaar genoeg. Dan ontstaat het probleem van meeliften en dat is heel demotiverend, zowel voor de meelifter als voor de andere groepsleden. Een goede sfeer is in samenwerkend studeren erg belangrijk.
- Je vindt de leerstof saai. Dit is niet zo erg als dit voor enkele vakken geldt en als je weet dat er een interessante stage aankomt of een leuke baan. Maar het kan ook betekenen dat je het vakgebied bij nader inzien niet interessant vindt. Dan is het zaak om met je studieloopbaanbegeleider te overleggen over je studie- en beroepskeuze.
- Er zijn te weinig echte keuzes in je studieloopbaan. Op bepaalde momenten kun je wel kiezen, maar toch liggen veel studietrajecten grotendeels vast. Dit gebrek aan vrijheid is demotiverend. Probeer hierbinnen toch je vrijheid te vinden. Wees bijvoorbeeld actief en creatief bij het stellen van doelen en het verzinnen van projectvoorstellen. Verdiep je in de mogelijkheden die er zijn om stage te lopen. Dat is je kans om je ei kwijt te kunnen!
- Het is onduidelijk wat je moet doen en hoe je werk beoordeeld wordt. Stel, je weet niet weet waar je de informatie moet vinden om je opdrachten te maken. Of het is onduidelijk aan welke eisen je beroepsproduct moet voldoen. Je hebt recht op duidelijkheid hierover. Praat erover met je docent.
Wat helpt je om gemotiveerd te blijven?
Studieloopbaanbegeleiding helpt je om gemotiveerd te blijven. Praten over motivatieproblemen lucht op. Dit kan ook met andere studenten, maar in die gesprekken ben je het vaak roerend met elkaar eens hoe vervelend de studie is. Dat lost niets op, en straks ga je het nog geloven ook! Bij studieloopbaanbegeleiding kun je ook je klachten kwijt. Het verschil is dat er vervolgens wordt gezocht naar een oplossing.
Monica van Winkel: "Het is belangrijk dat je als student veel feedback krijgt op wat je doet. In het eerste halfjaar van de propedeuse is de studieloopbaanbegeleider dezelfde persoon als de begeleider van het project. Daardoor ziet die docent de studenten vaak en kan meteen als hij een probleem ziet aankomen, de student even apart nemen. Op tijd bijsturen kan voorkomen dat de student het project of de toetsen niet haalt."
Motivatie-verhogers
Studieloopbaanbegeleiding
Debby Korsten, studieloopbaanbegeleider bij de Academie voor Management en Bestuur van Avans Hogeschool: "Sommige studenten, onder andere minder gemotiveerde studenten, hebben begeleiding nodig. In een gesprek worden hun resultaten besproken en wijs ik ze op hun mogelijk minder gemotiveerde gedrag. 'Wat is de reden van je studieachterstand?' Tijdens dit gesprek krijgt de student de gelegenheid hierop te reageren. Daarna worden er afspraken gemaakt over studievoortgang. In een onderwijsleercontract worden de onderling gemaakte afspraken op papier gezet. De student, de begeleider en directie tekenen het exemplaar. Het persoonlijke contact tussen de begeleider en de student blijkt in de praktijk goed te werken."
- Het bespreken van je persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) met je studiebegeleider is verhelderend en motiverend. Het helpt je om doelgerichter te worden en na te denken over je studieaanpak en beroepskeuze.
- Samenwerkend studeren, mits dit goed is opgezet - in niet te grote groepen, is een inspirerende en uitdagende opdracht.
- Zogenaamde toekomstgeoriënteerde opdrachten. Bijvoorbeeld een vacatureanalyse of een gesprek met iemand uit de praktijk. Uit zo’n gesprek kom je bijvoorbeeld te weten welke stages je interessant vindt.
- Jezelf analyseren. Bijvoorbeeld een sterkte/zwakte analyse van je hbo-competenties of je beroepscompetenties. Zelftesten invullen is gewoon leuk en je haalt er leerdoelen uit.
Je hoeft het niet alleen te doen
Als hbo'er wordt zelfsturend vermogen van je verwacht. Dit is het vermogen om te reflecteren op je studievoortgang en om deze indien nodig bij te sturen. Dit is echter makkelijker gezegd dan gedaan. Schaam je dus niet om hulp van buitenaf te vragen als je zelfsturing even tekort schiet. Je zit in een schoolse omgeving, daarbij passen soms ook schoolse maatregelen (een docent of begeleider die je bij de hand neemt). Bedenk dat veel studenten met motivatieproblemen vaak later prima functioneren in een werkomgeving. Jouw gebrek aan motivatie of zelfsturing hoeft dus helemaal geen karaktereigenschap te zijn waar je nooit meer van af komt. Blijf dus niet hangen in luiheid of zelfverwijt ('ik kan dit niveau niet aan. Ik heb ook geen discipline...'), maar schakel de hulp in van je studieloopbaanbegeleider.
Als de dip te lang duurt
Soms is een motivatieprobleem een signaal dat er iets aan de hand is dat niet "met een schop onder je kont" kan worden opgelost. Misschien dacht je dat je verlost was van je stotterprobleem, maar heb je hier toch een faalangst aan overgehouden voor spreken in het openbaar. Een gesprek met je mentor of studieloopbaanbegeleider kan helpen om dit boven tafel te krijgen en om naar een oplossing te zoeken. Dit geldt ook voor de bekende faalangst en examenvrees. Signaleer deze dingen zo snel mogelijk en zoek begeleiding.
Auteur: Erik Weijers