Tijdmachine

Om op ideeën te komen van dingen die je eigenlijk graag zou willen in je leven en met je werk, helpt het om je fantasie aan het werk te zetten. Deze oefening helpt je daarbij.

Om zo vrijelijk mogelijk deze oefening te kunnen doen, is het raadzaam te beginnen met de oefening In de mijmerstand komen. Doe vervolgens de volgende oefening.

Op reis in de tijd

Ga mee in de volgende fantasie. Je bevindt je in een grote vierkante kamer. Alle muren zijn wit. De hele kamer is leeg, op een grote machine na in het midden van de ruimte. Je weet niet wat het voor een machine is, maar het lijkt wel een beetje op een ruimtecapsule. Langzaam kom je dichterbij om deze machine te bekijken. Hij is wit en wel een paar meter hoog. Je loopt om de machine heen en aan de andere kant ontdek je een trapje dat naar een deur leidt. De deur staat open. Nieuwsgierig geworden ga je het trapje omhoog en door de deur.

Je bevindt je in een schemerige ruimte. Als je ogen wat aan de schemer gewend zijn, zie je een kleine ruimte met een grote, comfortabele stoel. Je kijkt de ruimte nog eens rond, maar ziet eigenlijk niets anders dan die grote stoel. Je besluit er eens in te gaan zitten. Je neemt plaats in de stoel en gaat lekker zitten. Je kijkt nog eens rond en ziet niets noemenswaardigs. Het schemert. Je geniet van het gevoel dat je in de stoel wegzakt. Het is aangenaam warm. De stoel is zacht en omsluit je lichaam. Langzaam soes je wat weg.

Plotseling begint de machine te bewegen. Je doet verschrikt je ogen open en ziet dat je niet langer in de witte ruimte bent. De deur is dicht en je vliegt.

Maar je vliegt niet zomaar… je vliegt terug door de tijd. De geschiedenis schiet aan je voorbij. Een stem in de machine zegt: "Je zit in deze tijdmachine. Je vliegt terug in de tijd, door de eeuwen heen. Je mag zelf kiezen waar je stopt en hoe lang je stopt. Je kunt een kijkje nemen hoe je leven er uit zou zien in die tijd. Als je uitgekeken bent, gaan  we weer terug naar de tijd van nu. De tegenwoordige tijd. Maar eerst gaan we een uitstapje maken. Naar hoe jouw leven eruit zou zien in een vroegere tijd. Als je aangekomen bent in de tijd die je wilt zien, kun je 'stop' zeggen en dan stoppen we. En dan kun je uitstappen om rond te kijken."

De stem zwijgt en jij vliegt verder terug door de tijd. Je ziet vroegere tijden aan je voorbij trekken en bekijkt de gebeurtenissen van andere tijden. En dan zeg je 'Stop'.

De tijdmachine stopt. Hij landt op de grond en de deur gaat open. Jij staat voorzichtig op uit de stoel en kijkt naar buiten. Wat zie je daar?

Je stapt de tijdmachine uit, het trapje af en staat in een andere tijd.

Kijk om je heen, in het rond. Waar ben je? Wat zie je om je heen? Is het dag of nacht? Regent het of is het droog? Zie je bergen, bomen, huizen, zee? Of wellicht een grote lege vlakte? Zijn er mensen, beesten of helemaal niemand?

Inleven in een hoofdpersoon

Als je goed rondgekeken hebt, loop je langzaam verder, weg van de tijdmachine. Je loopt en je loopt, totdat je in de verte iemand ziet. Je loopt die richting uit en het figuurtje komt langzaam dichterbij. Je blijft ernaartoe lopen, het figuurtje wordt groter en groter. Totdat je die persoon goed kunt zien. De persoon staat je, zo merk je ogenblikkelijk op, wel aan. Je wordt nieuwsgierig.

Wat voor iemand is het? Is het een man of een vrouw? Hoe ziet diegene eruit? Welke leeftijd, wat voor kleren? Wat is de persoon aan het doen? Is diegene alleen of met meerdere personen?
Je krijgt een knikje en de persoon wenkt je om te volgen. Je mag meekijken hoe het leven eruitziet.

Je volgt de persoon en ziet de dag langzaam aan je voorbij trekken. Bij elke activiteit kijk je mee.

  • Je ziet de activiteiten van de dag.
  • Je ziet de rol van jouw hoofdpersoon.
  • Je ziet wat diegene doet en eventueel wie daar verder bij zijn.
  • Je hebt alle tijd om eens te bestuderen hoe een dag uit dit leven eruitziet.
  • Wellicht verander je van plaats en kom je op diverse plekken gedurende de dag. Wellicht blijf je de hele dag in dezelfde omgeving.
  • Je ziet wat er gebeurt en wie of wat erbij betrokken zijn.
  • Een kijkje in de keuken van een dag van jouw hoofdpersoon.

Alles krijg je te zien…

Aan het einde van de dag is het weer tijd om afscheid te nemen. Je knikt weer en loopt langzaam weg. Terug naar de tijdmachine. De afstand tussen jou en de andere persoon wordt langzaam groter, je ziet nog slechts een stipje in de verte. Je zwaait nog een keer en draait je om. Daar staat de tijdmachine en daar ga je naartoe. Je stapt in, gaat in de stoel zitten en installeert je comfortabel. Je laat alle beelden van de dag nog eens de revue passeren. Terwijl je daarmee bezig bent, gaat de tijdmachine weer zoemen en glijdt weer geruisloos de ruimte in.

Je vliegt en je vliegt en je neemt alle beelden met je mee. Na geruime tijd kom je terug in het hier en nu: je stapt uit de tijdmachine en bent weer in je eigen wereld.

Overdenken en conclusies trekken

Maak nu aantekeningen van je belangrijkste bevindingen.

  • Wat heb je gezien?
  • Wat heb je gevoeld?
  • Wat heb je waargenomen?
  • Wat is je opgevallen?
  • Wat is je met name bijgebleven?
  • Wat heeft de meeste indruk op je gemaakt?

Schrijf alles op.

Wat kun je hieruit leren voor je leven in het hier en nu, voor wat je doet en waar je mee bezig bent? Gebruik deze conclusies bij het maken van keuzes en het zetten van stappen.

Auteur: Susanne Biemans

Je bent hier: Home Carrière Zelfonderzoek Carrièreswitch Gereedschapskist Tijdmachine