Observeren

In sommige beroepen moet je een vakkundig oordeel over iemand kunnen vellen. Dat doe je door het bewust waarnemen van die persoon en waarnemingen te registreren.

Observeren is veel meer dan iemand gadeslaan en toekijken hoe hij of zij functioneert. Het is belangrijk om methodisch waar te nemen, je aandacht te richten op relevante gedragskenmerken, deze goed te bestuderen en professioneel te beoordelen. Mensen die dat beroepshalve moeten kunnen, zijn bijvoorbeeld verpleegkundigen, medewerkers van kinderdagverblijven, maatschappelijk werkers, sociaal-pedagogisch hulpverleners, leraren, psychologen en trainers. Maar ook een selecteur die een sollicitatiegesprek afneemt, of een assessor die een assessment afneemt, moeten goed kunnen observeren.

Waarom observeer je?

Bij een beroepsmatige observatie is meestal sprake van systematische of gestructureerde observatie. Je observeert dan planmatig en met een bepaald doel. Je wilt bijvoorbeeld te weten komen waarom een bepaald kind in een klas zo vaak ruzie maakt. Of je wilt erachter zien te komen of een bejaarde ziekenhuispatiënt dement, depressief of gedesoriënteerd is.

Van tevoren bepaal je het doel van de observatie en bedenk je op welk soort gedrag je gaat letten. Bij een verwarde bejaarde patiënt ga je niet bijhouden hoe vaak hij niest of hoest, bijvoorbeeld. Wel hoe vaak en wanneer hij of zij lacht of huilt.

Je bedenkt in wat voor situatie je de te observeren persoon het beste kunt bekijken. Sommig gedrag komt alleen voor in interactie met andere mensen, dus dan moet je zorgen voor een setting waarin die anderen ook aanwezig zijn en jij de interactie kunt waarnemen. Als je daarbij het gedrag van iemand in zijn algemeenheid wil bekijken, dan is er sprake van onsystematische of ongestructureerde observatie.

Observeren moet je zo objectief mogelijk doen, dus je moet vooral feiten registreren. Registreer aantallen (frequenties, duur) van bepaald gedrag, en vermijd subjectieve aanduidingen als 'verdrietig' als iemand huilt. Iemand kan ook huilen van woede of machteloosheid.

Hoe observeer je?

Carrièretijger als detective, kijkt met pijp in de hand door vergrootglas.Je gebruikt, afhankelijk van het doel van je observatie, een of meer manieren om te observeren. Je zintuigen zijn het belangrijkste middel.

  • Kijken. Observeren doe je vooral door te kijken. Non-verbaal gedrag is een belangrijk aspect van het totale gedrag. Je registreert non-verbaal gedrag door naar de lichaamstaal te kijken: je bekijkt wat voor handelingen iemand uitvoert: kletsen, wiebelen op een stoel, om zich heen kijken, wegkijken, friemelen, tikken enzovoort.
  • Observatief luisteren met oprechte nieuwsgierigheid. Je luistert naar wat iemand zegt, maar ook hoe iemand iets zegt. Praat iemand hard, zacht, agressief, hakkelend? Klinkt een stem hoog, laag, hees, helder? Is wat je hoort in overeenstemming met de lichaamstaal?
  • Voelen. Een fysiotherapeut zal zijn eigen handen kunnen gebruiken bij zijn observaties. Hij kan dan bijvoorbeeld de mate van spierspanning waarnemen. In de meeste andere beroepen behoort aanraking niet tot de mogelijkheden voor observatie. Wel kun je je eigen gevoel registreren om erachter te komen wat de ander met je doet. Wees echter niet te snel met daar conclusies aan te verbinden, want je gevoel is per definitie niet objectief. Als je je eigen gevoel gebruikt in een observatie, wees daar dan altijd duidelijk over in een verslag.
  • Toetsen. Niet alles is wat het lijkt. Bij twijfel kun je vragen wat iemand bedoelt of denkt. Je toetst op die manier wat je ziet, hoort of voelt. Als iemand huilt kun je vragen naar het waarom. Huilt iemand van verdriet of uit boosheid? Je kunt alleen op deze manier toetsen wat je ziet als je in de gelegenheid bent te communiceren met de ander. Dat kan alleen als je participerend observeert. Bovendien kun je alleen toetsen als de geobserveerde persoon tot zelfreflectie in staat is.

Participerend of op afstand observeren

Als het van belang is te observeren hoe iemand zich gedraagt in de interactie met jou, dan kun je kiezen voor participerend observeren. Je bent dan als observator zelf deel van de setting. Van een autistisch kind wil je bijvoorbeeld weten hoeveel contact hij met je kan maken en hoe lang hij dat contact weet vast te houden. Daarvoor kun je bijvoorbeeld een gesprekje met dit kind voeren of een spelletje met hem doen. Ben je de gesprekspartner van degene die je observeert, dan is er altijd sprake van een participerende observatie. Observeren gebeurt meestal participerend.

Als je op afstand of niet-participerend observeert maak je geen deel uit van de situatie. Je bekijkt het gedrag van de zijlijn, bijvoorbeeld door onopvallend aanwezig te zijn in de ruimte (een klas, in een recreatieruimte voor psychiatrisch patiënten), eventueel zelfs vanuit een observatieruimte achter glas (een one-way screen) of via een camera.

Valkuilen

  • Eerste indruk. Van sollicitatiegesprekken is bekend dat de beslissing vaak valt in de eerste minuut na binnenkomst van de sollicitant. De eerste indruk bepaalt veel. Mensen vormen zich razendsnel een beeld van hoe zij denken dat de ander zal zijn. Ze zien nauwelijks meer de dingen die het tegendeel zouden kunnen bewijzen. Als je beroepsmatig moet observeren moet je die eerste indruk wel serieus nemen, maar je ook trainen om vervolgens verder te blijven waarnemen. Dan krijg je een completer beeld dan het beeld dat je hebt op grond van de eerste indruk.
  • Self-fulfilling prophecy. Mensen hebben de neiging anderen te gaan behandelen zoals ze denken dat ze zijn. Het komt bijvoorbeeld veel voor dat allochtone leerlingen een lagere beoordeling krijgen dan autochtone leerlingen, omdat leerkrachten er stilzwijgend van uitgaan dat allochtone leerlingen slechter zullen presteren. Deze valkuil bestaat ook bij het observeren van gedrag, vooral als je participerend observeert.
  • Stereotypen (halo-effect). Het is een bekend psychologisch verschijnsel dat we een persoon op grond van een indruk die hij of zij maakt, bepaalde eigenschappen toedichten. Iemand die we aardig vinden schatten we intelligenter in dan iemand die we minder aardig vinden. Dit is het halo-effect. Het tegenovergestelde van het halo-effect is het horn-effect. Door het halo- en horn-effect gaan we denken in stereotypen (het domme blondje, de luie dikzak, een betrouwbare blanke).

Als je doelgericht observeert, wees je dan goed bewust van deze valkuilen en zorg ervoor dat je er niet in stapt.

Vooruitkijken

Observeren en dan?

Moet je beroepsmatig observeren, dan heb je daarnaast nog een aantal technieken nodig om je observaties te kwantificeren en ze zo objectief mogelijk te presenteren.

Stel, je bent orthopedagogisch medewerker in een medisch kinderdagverblijf. In een kringgesprek met kleuters registreer je bijvoorbeeld op een kaart wat een van de kleuters, Thomas, gedurende een bepaald tijdsinterval doet. Je kruist aan: zit een halve minuut op zijn stoeltje te draaien, kijkt vijftien seconden om zich heen, begint dan aan zijn buurman te plukken (15 seconden). Daarna rollen ze over de grond in een vechtpartijtje. Dat duurt tot de juf er wat van zegt (1 minuut). Thomas gaat twee minuten zitten mokken. Enzovoort.

Natuurlijk moet je je observatie een aantal keer herhalen om een representatief beeld van het gedrag van Thomas te verkrijgen. Je turft zijn handelingen (de duur, frequentie en mate). Als je dat gedaan hebt, dan beschrijf je wat je gezien hebt bondig in een rapport en verbindt daar een conclusie aan: "Thomas doet niet goed mee bij de kringgesprekken. Hij lijkt aandacht te willen en verkrijgt deze door kinderen om hem heen uit te dagen. Op die manier lukt het hem uiteindelijk de aandacht van de juf trekken, zij het negatieve aandacht."

Door te observeren kun je vaststellen wat voor persoonlijkheidstrekken iemand heeft. Er zijn diverse persoonlijkheidsmodellen waarin je deze trekken kunt plaatsen. Dit soort modellen wordt onder andere veel gebruikt bij assessments, omdat ze iets zeggen over de kans van slagen in een baan.

Kun je observeren leren?

Ja, observeren leer je door het veel te doen. Dat betekent bewust opletten, kijken, luisteren en voelen. Het is belangrijk om dat zo onbevangen mogelijk te doen, en niet meteen te oordelen. Dingen zijn soms anders dan ze lijken. De een is van nature een betere observeerder dan de ander. De een heeft nu eenmaal scherpere ogen dan de ander. Als je je ogen figuurlijk scherp leert stellen, observeer je beter. Na verloop van tijd gaat dat steeds meer vanzelf.

Observeren als competentie

Een competentie is een in gedrag waarneembare combinatie van kennis, vaardigheden en persoonlijke kwaliteiten waarmee je in praktijksituaties je werk goed kunt doen. De competentie observeren staat op onze lijst met algemene competenties.

Verwante competenties

  • Luisteren. Zoals gezegd moet je goed kunnen luisteren om goed te kunnen observeren. Zelf zwijgen, en luisteren naar wat er misschien niet gezegd wordt, zijn vaardigheden die daarbij horen.
  • Empathie en inlevingsvermogen. Je moet je kunnen inleven in de persoon die je observeert. Je moet openstaan voor het gedrag van de ander. Doe je dat niet, dan zie je te weinig. Je moet ook doorvragen. Dat kan alleen als je het vertrouwen wekt van de ander. Daar is empathie voor nodig.
  • Focussen: je kunt je aandacht volledig richten op degene die je observeert en je laat je daarbij niet afleiden.
  • Afstand bewaren. Je te veel inleven in de ander is ook niet goed. Want dan zie je het gedrag van de ander minder scherp. Je moet op een professionele manier afstand bewaren om goed te kunnen kijken en een oordeel te vormen.
  • Mondelinge en schriftelijke vaardigheden. Zeker bij participerend observeren moet je goed kunnen communiceren. Je moet met uiteenlopende mensen kunnen praten. Je moet ze kunnen aanmoedigen en hun vertrouwen weten te winnen. Observaties verwerk je meestal in een verslag, waarin je beschrijft wat je ziet. Dat moet voor anderen uit je team, en soms ook de cliënt zelf, leesbaar zijn. Je schriftelijk goed kunnen uitdrukken is dus een belangrijke vaardigheid als observeren deel uitmaakt van je werk.
  • Opmerken (opmerkzaam): je let goed op, merkt belangrijke details op en voelt aan wanneer er iets speelt of iemand een probleem heeft. Je vangt signalen op van personen, de organisatie of de omgeving en doet er iets constructiefs mee.

Hoe toon je bij een sollicitatie aan dat je goed kunt observeren?

In veel sociale beroepen leer je systematisch observeren tijdens de opleiding. Ook zul je je observatievermogen in de praktijk regelmatig moeten toepassen. Beschrijf in je sollicitatiebrief welke ervaring je hebt met observeren, welke instrumenten je gebruikte en of je bijvoorbeeld wel eens tot bijzondere conclusies bent gekomen.

Voorbeelden van competentiegerichte vragen over observeren tijdens het sollicitatiegesprek:

  • Geef een voorbeeld van een situatie waarin je uit lichaamstaal opmaakte dat een cliënt iets anders bedoelde dan hij of zij verwoordde. Waar maakte je dat precies uit op?
  • Je hebt in je werk met agressie te maken. Beschrijf hoe je in een recente agressieve situatie handelde. Wat waren de eerste signalen die je oppikte?

Observatiemethoden voor leraren

Er zijn verschillende observatievaardigheden en -methoden om doelgericht en systematisch het gedrag van kinderen in de klas te observeren, zoals:

  • Longitudinale observatie: de leraar observeert een kind gedurende een lange periode;
  • Cross-sectional observatie: de leraar observeert meerdere kinderen op hetzelfde onderdeel.

Daarmee zoekt de leraar wat de leerlingen al weten en kunnen, zodat hij onderwijsaanbod daarop kan afstemmen.

Observeren in wetenschappelijk onderzoek

Waarnemen bij empirisch onderzoek is niet zomaar willekeurig kijken naar gedrag van mensen of dieren. Integendeel, het is een gerichte activiteit die onder nauwkeurig beschreven omstandigheden en accuraat moet worden uitgevoerd. Een onderzoeker moet observatieonderzoek volgens wetenschappelijke principes uitvoeren.

Aanbevolen boek

  • De kunst van het observeren - scherper denken door aandachtig kijken, Amy Herman.
    "Dit goed leesbare boek, vrij van spirituele hocus-pocus, helpt beslist om weerbaarder in het leven te staan." - Algemeen Dagblad

Auteur: Ysolde Bentvelsen

Je bent hier: Home Functioneren Professionele vaardigheden Observeren