Daadkracht

Daadkracht is het vermogen om vlot en vastberaden actie te ondernemen in een situatie waarin dat nodig of gewenst is. Dit omvat besluitvaardigheid, proactief initiatief nemen en doortastendheid bij het uitvoeren van taken. Daadkrachtige professionals pakken kansen, stellen doelen en werken resultaatgericht. Ze twijfelen niet en laten zaken niet op hun beloop. Daadkracht is een belangrijke competentie in verschillende functies, met name in leidinggevende posities en rollen met veel verantwoordelijkheid.

In een verantwoordelijke professionele rol wil daadkracht zeggen dat je:

  • over de benodigde vakkennis beschikt
  • de situatie overziet en de juiste vragen stelt
  • de relevante informatie analyseert
  • een kloek maar weloverwogen besluit neemt
  • doelgericht het besluit ten uitvoer brengt
  • graag initiatief neemt en tot actie overgaat
  • kordaat en energiek handelt
  • volhardt tot het gewenste resultaat is bereikt

Je wacht niet op aansporing van anderen en laat je niet weerhouden door angsten, zorgen of twijfels.

Wat betekent daadkracht concreet?

  • Als zich een knelpunt voordoet in een project, dan signaleer je dat en neem je direct actie om het probleem op te lossen.
  • Je neemt moeilijke beslissingen, ook als de uitkomst onzeker is.
  • Je pakt zaken graag voortvarend aan.
  • Je leidt en motiveert een team om een gemeenschappelijk doel te bereiken.
  • Je gaat door met een taak, ondanks obstakels en tegenslag.
  • Je bent gefocust op je doelen en werkt resultaatgericht.

Daadkracht als competentie

Een competentie is een in gedrag waarneembare combinatie van kennis, vaardigheden en persoonlijke kwaliteiten waarmee je in praktijksituaties je werk goed kunt doen. De competentie daadkracht staat op een menige lijst met algemene competenties.

Welke ondersteunende competenties komen hierbij kijken?

  • Besluitvaardigheid: je durft besluiten te nemen. Dat doe je door actie te ondernemen of door een oordeel te geven over een bepaalde kwestie.
  • Initiatief nemen betekent: uit eigen beweging, zonder aansporing van iemand anders, actie ondernemen of actie in gang zetten, in plaats van af te wachten.
  • Proactief: vooruitzien, anticiperen, je voorbereiden en initiatief nemen; verantwoordelijkheid nemen voor je eigen houding en gedrag en voor hoe je reageert op prikkels.
  • Doorzettingsvermogen wil zeggen dat je krachtig vasthoudt aan een bepaald idee of actie. Je stopt pas als je je doel hebt bereikt. Tenzij dit redelijkerwijs niet haalbaar is.
  • Resultaatgericht: je spant je je actief in om concrete resultaten en/of doelstellingen te halen. Bij tegenslagen geef je niet op, maar houd je de uitgezette lijn voor ogen en pak je door.
  • Verantwoordelijk: je voelt je je gehouden de taken of plichten van zowel jezelf als anderen in je bedrijf of organisatie naar behoren uit te voeren. Je bent aanspreekbaar op de kwaliteit van je werk en voelt je verbonden met de doelen van je werkgever.
  • Optimistisch: je bekijkt de situatie met een positieve blik, je hebt goede verwachtingen van de toekomst en vertrouwt op je eigen kwaliteiten om problemen het hoofd te kunnen bieden.

Aan welke competenties draag daadkracht bij?

  • Leiderschap is het vermogen om individuen of groepen te inspireren tot een gedeelde visie, en ze daarmee te leiden en beïnvloeden in de richting van een gemeenschappelijk doel.
  • Betrouwbaar zijn wil zeggen dat je je werk bekwaam doet en voldoet aan alle verwachtingen die mensen in je professionele omgeving in redelijkheid van je mogen hebben. 

Daadkrachtig als kernkwaliteit

Volgens het model van de kernkwaliteiten en kernkwadranten van Daniel Ofman kan daadkracht net als elke kwaliteit doorslaan naar een valkuil. Je bent dan te daadkrachtig en anderen zien dat als een slechte eigenschap. Jouw uitdaging is om dat te voorkomen. Als daadkracht een kernkwaliteit van je is, dan kun je daarbij ook allergieën hebben en je ergeren aan bepaald gedrag van anderen.

Wat zijn de kernkwadranten van daadkracht?

In het model van de kernkwaliteiten onderzoeken we hoe iemand met een bepaalde kwaliteit interactie heeft met andere mensen in zijn omgeving. Daartoe kijken we naar 4 kwadranten en hun onderlinge samenhang:

  1. de kernkwaliteit: een daadkrachtig karakter
  2. de valkuil waarnaar deze kwaliteit kan doorslaan
  3. de allergie of irritatie: gedrag van anderen waar je je aan ergert; vaak is dat doorgeslagen gedrag waarachter een kernkwaliteit van de ander schuilgaat
  4. het leerdoel of de uitdaging waarmee: 
    • je voorkomt dat je doorschiet naar de valkuil
    • je iets leert van de kernkwaliteit van de ander

Een voorbeeld van de invulling van de kernkwadranten van daadkracht:

  • kernkwaliteit: daadkracht
  • valkuil: drammerigheid
  • allergie: passiviteit
  • uitdaging: geduld

Het is bij dit voorbeeld goed denkbaar dat de passieve collega waaraan je je ergert, wel degelijk daadkrachtig kan zijn en zijn tijd neemt om de situatie goed te overwegen. De ergernis wijst je zo de weg naar een leerdoel: een kwaliteit om te ontwikkelen.

Een ander voorbeeld van de kernkwadranten van daadkrachtig:

  • kernkwaliteit: daadkrachtig
  • valkuil: over anderen heen walsen en weinig rekening houden met hun perspectief
  • allergie: eindeloos vergaderen en overleggen
  • uitdaging: draagvlak opbouwen

Zoals uit deze voorbeelden blijkt, zijn er verschillende invullingen van de kernkwadranten mogelijk, maar is er altijd een samenhang tussen de vier kwadranten.

Wat is de valkuil van daadkrachtig?

De een is daadkrachtig, een ander is daadkrachtiger, jij bent het daadkrachtigst. Dat is een kwaliteit. Maar kun je ook té daadkrachtig zijn? Jazeker, overmatige daadkracht kan doorslaan naar:
  • Overhaaste beslissingen: je neemt te snel besluiten en maakt overhaaste keuzes waar je later spijt van krijgt.
  • Onvoldoende overleg: in je enthousiasme om te handelen, betrek je anderen soms te weinig bij het nemen van beslissingen.
  • Starheid: je focust zozeer op je doelen dat je inflexibel bent en weinig openstaat voor andere ideeën of perspectieven.
  • Dominantie: je neemt graag de leiding, wat kan leiden tot dominant gedrag en het overrulen van anderen.
  • Onverschilligheid voor gevoelens van anderen.
  • Arrogantie, doordat je denkt alles beter te weten dan anderen.

Wat zijn jouw uitdagingen of leerdoelen?

Belangrijke leerdoelen om te voorkomen dat daadkracht doorslaat naar een valkuil zijn:
  • Zorgvuldige besluiten nemen door het probleem duidelijk te definiëren, relevante informatie te verzamelen een weloverwogen oordeel te vormen en een doordachte conclusie te trekken.
  • Draagvlak opbouwen, zodat sleutelfiguren en veel medewerkers in de organisatie jouw beslissingen ook echt accepteren en steunen.
  • Inlevingsvermogen: het vermogen om je in te leven in de situatie van een ander en zijn belangen, wensen en behoeften te begrijpen.
  • Geduldig zijn: je wacht rustig af of maakt een langdurige taak onverstoorbaar af, als zaken niet zo snel gaan als je zou willen, als anderen langzaam werken of als er vertraging is.

Wat zijn je allergieën?

Als je zeer daadkrachtig bent, dan kun je je ergeren aan iemand die:
  • passief of afwachtend is
  • besluiteloos is, lang twijfelt en zaken uitstelt
  • voortdurend negatief is en overal beren op de weg ziet
  • voortdurend excuses verzint voor zijn fouten of tekortkomingen
  • ongestructureerd werkt en veel tijd verspilt met inefficiënt werk
  • onbetrouwbaar is en zijn beloftes niet nakomt
  • veel praat en weinig doet
  • onvoorbereid aan een taak begint
  • je voortdurend controleert en micromanaget
Auteur: René Pijlman

Je bent hier: Home Functioneren Professionele eigenschappen Daadkracht