Collegialiteit

Collegialiteit houdt in dat je je collega’s helpt en ondersteunt wanneer dat nodig is en dat je rekening houdt met hun behoeften en belangen. Daarmee lever je een positieve bijdrage aan de werksfeer in je team of op de afdeling. Bovendien draag je actief bij aan de gemeenschappelijke doelen en taken van het team of de afdeling.

Met collegiaal gedrag bouw je goede werkrelaties op, waardoor jij in staat bent om effectief te functioneren en harmonieus samen te werken met je collega's. Collegialiteit is dan ook een belangrijke soft skill voor een ambitieuze professional.

Wat betekent collegialiteit concreet?

Stel je voor: je collega en jij staan bij de koffieautomaat gezellig wat te babbelen. Je vertelt hem dat je in de komende vergadering een voorstel wilt doen voor een efficiëntere manier van werken waardoor er minder papier wordt verbruikt. Goed voor het milieu én de portemonnee van de organisatie. Je collega luistert vol interesse naar je verhaal. Dinsdagmiddag twee uur, de voorzitter opent de vergadering met het doornemen van de agenda. Een van de punten is een voorstel voor een nieuwe manier van werken waardoor het papierverbruik flink afneemt, ingediend door… je collega. Een collega die goede sier maakt met een idee van een ander, dat is niet wat je noemt collegiaal gedrag. Wat is collegialiteit dan wel? Drie voorbeelden:

  • Je hebt één keer in de twee weken op vrijdag vrij. Op een dag komt je collega naar je toe. Ze heeft een bruiloft en ze vraagt aan je of jij die bewuste vrijdag wilt werken, zodat zij naar de bruiloft kan. Dat vindt jij geen probleem.
  • Het is bijna vijf uur. Je bent al bezig met het afronden van je werkdag als je collega in paniek opbelt. Hij is bezig met een briefing die vandaag nog de deur uit moet. Hij vraagt je of je hem wilt helpen, want de postkamer gaat bijna sluiten. Je belt je eetafspraak op dat je wat later komt omdat je begrijpt in wat voor lastig parket je collega zich bevindt. 
  • Je collega is op het werk ziek geworden. Hij voelt zich behoorlijk beroerd. Je biedt hem aan om hem met de auto naar huis te brengen, zodat hij niet met het openbaar vervoer hoeft.

Wat collegiaal gedrag precies inhoudt, verschilt per organisatie. Het hangt af van de geschreven en ongeschreven regels van je werkomgeving. Maar in zijn algemeenheid ben je collegiaal als je:

  • Hulpvaardig bent, hulp aanbiedt en teamgenoten ondersteunt wanneer dat nodig is.
  • Bereid bent om werk van afdelingscollega’s over te nemen.
  • Ziet wat andere medewerkers nodig hebben om hun werk goed te kunnen doen.
  • Interesse toont in het werk en de privésituatie van collega’s.
  • Een nieuwe collega verwelkomt en zich snel thuis doet voelen vanaf zijn eerste werkdag.
  • Betrouwbaar bent, je toezeggingen nakomt en je houdt aan afspraken die je met collega's maakt.
  • Binnen je team of afdeling open en actief communiceert over jouw werkzaamheden.
  • Vertrouwen hebt in de bijdragen van anderen en hun kennis en kunde respecteert.

Harmonie en een collegiale sfeer zorgen voor een goede moreel en wederzijds respect binnen een team of afdeling.

Collegialiteit als competentie

Een competentie is een in gedrag waarneembare combinatie van kennis, vaardigheden en persoonlijke kwaliteiten waarmee je in praktijksituaties je werk goed kunt doen. De competentie collegialiteit staat op een enkele lijst met algemene competenties.

Welke ondersteunende competenties komen hierbij kijken?

  • Inlevingsvermogen. Je luistert naar de ideeën, opvattingen of vragen van je collega’s en probeert hun standpunt of situatie te begrijpen.
  • Flexibiliteit. Je bent in staat om je aan te passen aan veranderende omstandigheden.
  • Behulpzaamheid. Je begrijpt goed wat een collega nodig heeft en je bent bereid hem of haar te helpen en ondersteunen.
  • Tact. Je hebt een goed gevoel voor wat in een bepaalde situatie passend, juist of gewenst wordt gevonden. Je handelt behoedzaam en voorzichtig in lastige situaties.
  • Anticiperen. Je schat verhoudingen tussen zowel jezelf en je collega’s, als je collega’s onderling in verschillende situaties in en houdt daarbij rekening met eventuele gevoeligheden.

Bij welke beroepen heb je deze competentie nodig?

Uiteraard in de meeste beroepen, maar denk hier met name aan functies waarbij samenwerken heel belangrijk is, zoals:

Hoe ontwikkel je een collegiale werkhouding?

  • Ga tactvol om met de fouten die anderen maken. Vaak zijn fouten het gevolg van werkdruk of onkunde. Zijn het fouten als gevolg van gemakzucht, dan mag je je collega er best - met tact - op aanspreken.
  • Toon regelmatig interesse in je collega’s. Informeer eens naar hun werk of privésituatie. Hoe staat met die lastige klus? Loopt hij nog op schema? Waar gaat hij in de zomervakantie naartoe?
  • Deel positieve werkervaringen met je collega’s. Heeft je collega een project prima geleid? Een klacht uitstekend opgelost? Of een heel goed rapport geschreven? Geef dan een compliment, een kleine moeite met een groot resultaat.
  • Houd je verre van roddelen. 
  • Praat conflicten of irritaties niet via de mail uit, maar loop even bij je collega langs. 
  • Kom ’s ochtends op tijd op je werk. 
  • Kom je afspraken na. Lukt dit niet, laat dit dan tijdig weten.

Waarom is een collegiale werkhouding belangrijk?

Met je collega’s breng je waarschijnlijk meer tijd door dan met je partner of je vrienden. Of je met plezier werkt hangt voor een belangrijk deel af van de collega’s met wie je dagelijks te maken hebt. Als je een veeleisende baan hebt of misschien zelfs met enige tegenzin naar je werk gaat, kunnen behulpzame en sympathieke collega’s je veel arbeidsvreugde brengen.

Door je collegiaal op te stellen kun je verder komen in een organisatie, vooral als je het handig speelt en zorgt dat je baas je collegiale houding ziet. Mensen die een goed informeel contact hebben met collega’s, weten beter wat er speelt in hun organisatie en ervaren meer steun bij het uitvoeren van hun taken, want: doe jij iets voor een ander, dan ontvang je vaak steun terug.

Collegiaal als kernkwaliteit

Volgens het model van de kernkwaliteiten en kernkwadranten kan collegialiteit net als elke kwaliteit doorslaan naar een valkuil. Je bent dan te collegiaal en anderen zien dat als een slechte eigenschap. Jouw uitdaging is om dat te voorkomen. Als collegialiteit een kernkwaliteit van je is, dan kun je daarbij ook allergieën hebben en je ergeren aan bepaald gedrag van anderen.

Wat is de valkuil van collegiaal?

De een is collegiaal, een ander is collegialer, jij bent het collegiaalst. Dat is een kwaliteit. Maar kun je ook té collegiaal zijn? Jazeker. Overmatige collegialiteit kan op verschillende manieren doorslaan.

Het is fijn als je het goed kunt vinden met je collega’s, maar je slaat door als je de hele dag anderen aan het helpen bent en niet aan je eigen werk toekomt. Ook wanneer je een collega die niet capabel is de hand boven het hoofd houdt, ben je niet goed bezig.

Collegiaal zijn wil niet zeggen dat je altijd maar inschikkelijk moet zijn en uit moet groeien tot een dwangmatige jaknikker. Onderzoek toont aan dat de mensen die het meeste worden gerespecteerd geen compromissen sluiten als het om fundamentele waarden of persoonlijke karaktereigenschappen gaat. Ze zijn assertief en stellen duidelijke grenzen. Ze kunnen echter wanneer dat nodig is meegaand zijn en zich inleven in anderen. Het is belangrijk om een balans te vinden tussen jouw eigen belangen en die van je collega’s.

Wat zijn jouw uitdagingen of leerdoelen?

Belangrijke leerdoelen om te voorkomen dat collegialiteit doorslaat naar een valkuil zijn:

  • Assertiviteit: Je geeft kordaat en zelfverzekerd je persoonlijke grenzen aan en bakent daarmee af wat je niet wilt.
  • Professionele afstand bewaren als een collega emotionele problemen heeft, bijvoorbeeld als hij overspannen is of een conflict heeft met zijn leidinggevende.

Wat zijn je allergieën?

Als je zeer collegiaal bent, dan hecht je veel waarde aan samenwerking en teamwerk. Je kunt je dan ook ergeren aan een oncollegiale of ondermijnende collega die:

  • Slecht samenwerkt.
  • Jouw ideeën of inbreng afwijst of negeert.
  • Informatie achterhoudt of kennis voor zichzelf houdt.
  • Jouw inspanningen en bijdragen niet erkent.
  • Micromanaget, overdreven controle uitoefent en jouw autonomie of die van collega's niet respecteert.
  • Overdreven competitief is, door bijvoorbeeld anderen te ondermijnen of persoonlijk succes voorrang te geven boven teamsucces.
  • Weinig verantwoordelijk is, fouten niet toegeeft of anderen de schuld geeft.
  • Voortdurend negatief of pessimistisch is en veel klaagt.
  • Weinig rekening houdt met de gevoelens, behoeften en belangen van anderen.
  • Weinig empathie en respect kan opbrengen.

Hoe toon je collegialiteit aan bij een sollicitatie?

Een voorbeeld: je solliciteert op de functie van leraar in het voortgezet onderwijs. ‘Collegiaal’ is één van je persoonlijke eigenschappen, zo staat in de vacaturetekst. Hoe toon je dat aan? Je kunt dit het beste doen aan de hand van de STAR-methode. Een voorbeeld:

Als docent heb je soms te maken met kinderen die echt het bloed onder je nagels vandaan kunnen halen. Het is dan heel fijn als je in de pauze stoom kunt afblazen bij een collega. Omdat ik weet hoe prettig dat is, bied ik zelf ook altijd een luisterend oor aan collega’s. Zo help je elkaar en kun je vervelende situaties de baas blijven. Laatst kwam bijvoorbeeld een jonge collega briesend de docentenkamer binnen. Een leerling van hem was helemaal geflipt toen deze werd gesommeerd de klas te verlaten. Ik heb mijn collega zijn verhaal laten doen en met de minuut zag je hem rustiger worden. Toen de pauze was afgelopen, lachte hij weer en kon hij kalm en zelfverzekerd aan zijn volgende les beginnen.

Voorbeelden van vragen over collegialiteit tijdens het sollicitatiegesprek:

  • Geef een voorbeeld van een situatie waarin je collegiaal was.
  • Geef een voorbeeld van een situatie waarin je juist niet collegiaal was. Wat was de reden?

Aanbevolen websites

Aanbevolen boeken

  • Patrick van Veen, Dierbare collega’s, Business Contact.

Bioloog Patrick van Veen geeft in dit boek een fascinerende kijk op het sociale gedrag van apen en trekt vervolgens parallellen met ons gedrag op de werkvloer. Het gaat over macht en imponeren, groepsdruk en samenwerking, communicatie en uiterlijk vertoon. Erg informatief en vermakelijk en soms ook een tikkeltje confronterend.

  • Robert Bolton, People Styles at Work, Amacom.
Waarom kun je met de ene collega wel goed samenwerken en met de ander totaal niet? In dit Engelstalige boek ontdek je onder meer je eigen werkstijl en hoe die overkomt op je collega’s. Je leert kleine aanpassingen te maken die de kwaliteit van de samenwerking met je collega’s vergroot.

Auteur: Marieke van Oosterhout, met bijdragen van René Pijlman

Je bent hier: Home Functioneren Professionele eigenschappen Collegialiteit